Dag 3 – Acclimatiseren (Námestovo, SK)

We zitten in een huisje met een zwembad en een speeltuintoestel. Zo’n ding met een klimwand, glijbaan, huisje en twee schommels. Op dit moment vindt Krotik het balkon meer dan prima, want zo’n grote box heeft hij thuis niet en de tegels voelen lekker warm aan doordat ze door de zon opgewarmd zijn.

We besluiten toch het zwembad uit te proberen. Het water zou rond de dertig graden moeten zijn, het bad ligt in de schaduw en we hebben per slot van rekening toch niet voor niets de zwemkleding meegenomen. De pater famolias gaat eerst en daarna komt het manneke in vol ornaat uitgedost met zwembroek, zwemshirt en zwemband. Ook al is het water dertig graden en heb je negen maanden in warm water baantjes getrokken (en deze man deed dat echt fanatiek). Niets kan je voorbereiden op wat er komen gaat, de volledige afgelopen zeven maanden flitsten voorbij, de achtbaan aan babyemoties kwam langs, we maakten ons klaar voor een hoop gemopper, en toen…

Grote ogen en een open mond. Verbazing over het drijven, verbazing dat hij door zijn band niet bij het water kon, verbazing over zijn eigen boeggolf, verbazing over waar pappa bleef als hij naar beneden ging, verbazing over waarom je de schuimrubberen zwembuis niet kunt opeten, verbazing over spetters die in je gezicht komen wanneer je toch op het water slaat. En toen was het klaar.

Gelukkig was er nog een babyschommel, het eerste boventandje, de koelkastdeur, en ook nog pappa’s overhemd, de Slowaakse kassamevrouw, de wielen van de wandelwagen, de Slowaakse tijdschriften om kapot te scheuren… Genoeg om nog te ontdekken

Dag 2 – Verwondering (Námestovo, SK)

1200 kilometer rijden met een baby. Dat klinkt als een van de twaalf werken van Herakles. Maar zelfs de luiers komen niet in de buurt van de Augiasstal. Het ging goed! Heel goed zelfs. Beter dan verwacht. De tussenstops zijn wat langer dan verwacht, maar zolang het speelgoed in volgorde van entertainmentniveau binnen handbereik ligt, kunnen we gewoon doorrijden. Alleen de zon is irritant en warm en niet te vermijden wanneer je wegkijkt en fel en vooral vervelend wanneer je je allerlaatste middagdutje graag wil slapen. Gelukkig hoefden we toen nog maar een uurtje te rijden…

De tussenstop in Wroclaw herkenden we nog van najaar 2023. Toen zaten we met een goede reden om tien uur ‘s morgens bij de MacDonalds voor wat hamburgers na vijf uur rijden. Nu zaten we er voor een lunch en het rekken en strekken van ons jongste meneertje. Veel mensen ten oosten van Berlijn zijn in het openbaar wat stugger. Een baby doet echter wonderen. De kleine kapitein liet minimaal drie Poolse babunia’s smelten en zelfs een norse man begon met zijn bril te spelen en geluidjes te maken om Krotiks aandacht te trekken. De Slowaakse Hells Angels die nu onze tijdelijke buren zijn? Die zijn echt niet zo stoer wanneer het manneke weer langs geschoolslagd komt.

Het meest spannende van vandaag was misschien de niet bestaande afslag naar een tankstation die we namen. Hier liepen we weer eens tegen het feit aan dat de kaart en de werkelijkheid lang niet altijd overeenkomen. Gelukkig is de snelweg in Polen verder redelijk overzichtelijk en niet al te druk…

De wegen zitten hier sowieso vol verrassingen. Ergens aan de Poolse A4 staat een “Hollandse” molen (dat tussen aanhalingstekens is echt de Poolse naam). Nu is het niet meer dan een ruïne, maar in de negentiende eeuw hebben er twee molens naar Nederlandse architectuur in Polen gestaan. Eentje ervan is vrij goed langs te snelweg te zien. Voor de dapperen onder ons: op deze Poolse site is wat meer te vinden en staan foto’s.

Inmiddels zijn we aangekomen op onze eerste echte bestemming. De Autobahn en de oude Poolse tolpoortjes hebben plaatsgemaakt voor slingerende weggetjes met lintbebouwing die tegen de hellingen aangeplakt zit. Kinderen zwaaien hier weer naar auto’s, de weg delen we weer met fietsers, de lokale bevolking die te voet gaat en de onvermijdelijke wielrenners die de memo hebben gemist dat de Tour de France dit jaar in Frankrijk plaatsvindt. De velden zijn bossen, de rechte rivieren van Duitsland zijn kronkelende bergbeekjes geworden. We kijken uit op een stuwmeer en de Tatra. De gastvrouw heeft enorm haar best gedaan op het kinderbedje, de Slowaakse kinderboekjes en het kinderspeelgoed, maar Krotik ontdekt ondertussen het droogrek en de terrastegels. De vakantie kan beginnen.

Dag 1 – And so it began… (A50, NL)

Er zijn van die avonturen waarvan je de consequenties nog niet helemaal kunt overzien als je eraan begint. Dit is er zo eentje. Waar we vorig jaar nog convoi exceptionnel waren, voelen we ons nu Brinks Waardetransport. Het doel is dit jaar de Tatra. Bergen, oostelijker dan Berlijn, Slavische talen, wel een stuk rijden maar niet te ver weg. Er is namelijk dit keer een onvoorspelbare factor mee: ons Krotik.

Katwijk doet-ie goed, op sleeptouw met pappa mee het halve land door is ook geen probleem. 1200 kilometer rijden? Geen idee. De auto is tactisch ingepakt. Het eten is binnen handbereik, speelgoed dripfeeden we zodat de verveling niet al te hard kan toeslaan, het manneke is uitgeslapen en opgewekt, de tijdsplanning is zo, dat hij als het goed is een flink deel van de reis lekker tukt. Met goede moed en lichte huiver gaan we beginnen.

Dat beginnen had wel wat voeten in de aarde. Niet omdat er meer spullen meegaan en op vakantie gaan met z’n drieën gelijk staat aan de Grote Volksverhuizing die het einde van Rome inluidde, maar omdat we inmiddels gezelschap hebben van gevogelte en we zeer onvrijwillig opvang bieden aan ongewenste goudvissen die gekruisd lijken te zijn met hamerhaaien (hier hoeven we geen lintje voor). Gelukkig hebben we hele lieve buren en inmiddels een kippencam – geen grap.

Thuis laten we met een gerust hart achter. Op de achterbank wordt het alfabet geoefend.