Chaos

Het ging allemaal zo soepeltjes vandaag dat er wel een addertje onder het gras moet zitten (wat blijkt: op het moment dat ik dit typ, krijgen we bericht dat de vlucht vertraagd is). De portier wenste ons een goede reis en vroeg of we wel nog een keer terugkwamen. De bus was nagenoeg leeg (we hadden van de week een vrouwtje bij de metro koffers zien opmeten om te kijken of er een extra kaartje gekocht moest worden, dus we kozen voor de bus). De tweede bus was ook leeg en nieuw. We gingen met bus 39-э en vroegen ons af waarvoor de э voor stond aangezien die letter niet logisch was en er een normale bus 39 was. Het bleek de snelbus te zijn wat de busjuffrouw nog al pittig door de bus heen schreeuwde om dat bekend te maken. Een mannetje had dit niet helemaal meegekregen en raakte in lichte paniek toen hij zijn halte dreigde te missen. Een discussie met de busjuffrouw en passagiers volgde en het mannetje stapte verontwaardigd uit. De busjuffrouw moest daarna vreselijk lachen. In deze bus hebben we nog heerlijk Russische ogenblikken meegemaakt toen de bus het Plein van de Opstand moest oversteken. Denk drie rijbanen met belijning, vijf rijen auto’s naast elkaar, mensen die haaks met hun auto in die rijen staan, mensen die hun auto uitladen terwijl ze haaks in die rijen staan, mensen die wat te compenseren hebben, een hoop getoeter en een bus die hier dus dwars doorheen moet oversteken. Een kwartier later met een hoop leedvermaak en teleurgestelde chauffeurs die blijkbaar niet intimiderend genoeg werden geacht door de buschauffeur, waren we dan toch echt op weg naar het vliegveld. Ook hier ging alles voorspoedig, dus nu wachten we op onze laatste blini’s en slijten we onze laatste uren in Rusland op het vliegveld van Sint-Petersburg. We hebben een geweldige week achter de rug en nog meer verhalen en foto’s dan die op de blog staan, maar voor nu: Do vstrechi!

Labyrint

Het was de hoogste tijd om naar het Grote Doolhof, alias Hermitage, te gaan. Het NIP had voor ons geregeld dat we langs alle rijen gratis naar binnen mochten. Bovendien is het Hermitage het hoogtepunt van Sint-Petersburg, dus we moesten toch wel een keertje langs gaan. Daarnaast was het vandaag erg warm, dus het was de juiste dag om in een geconditioneerde ruimte te verblijven. Het aangename met het nuttige verenigen, zeg maar.

Onderweg kwamen we een boekenmarkt tegen. Daar verkochten ze kalenders met Poetin en het thema “back to the USSR”. Waarschijnlijk is Rusland, samen met China, het enige land ter wereld waar je kalenders kunt verkopen met het onderwerp om terug te keren naar een oud regime.

Eenmaal in het Hermitage viel op hoe mooi en schoon het gebouw is, zelfs de WC’s waren brandschoon. Bij het bakje met plattegronden waren alleen Spaanse en Russische te vinden tot de grote ontsteltenis van een paar Amerikaanse toeristen achter ons. Maar op de plattegrond stonden fotootjes van de belangrijkste voorwerpen, dus de letters van de talen had je in principe niet nodig. Dat we zelf een aantal keer verdwaalden in het immense gebouw had dan natuurlijk ook niets te maken met de plattegrond. Echt niet.

Goed, het Hermitage is dus groot en onlogisch, maar dus ook mooi. Alleen al voor het gebouw zou je ernaartoe moeten gaan. De plafonds zijn schitterend en soms meer de moeite waard dan de enorme collectie aan schilderijen. Bij Rembrandt stak Mme De Mol boven alle Chinezen uit, wat het maken van een foto voor een keer wat makkelijker maakte. Tot grote ergernis van de mannelijke helft van ons twee zwermden de Chinezen in plukjes rond waardoor de drukte niet gespreid maar gepiekt was. Verder hebben we alle Nederlandse meesters én Zurbaran gezien. In een van die hoge zalen kreeg een van ons twee de hik, waardoor het vrouwtje dat daar de norse zaalwacht moest doen uiteindelijk zelfs moest lachen. De zaal was namelijk behoorlijk ‘akoestisch’ volgens haar…

Omdat die schilderijen in zat boeken staan en al wel bekend zijn, zijn we ook naar de vleugel van de ‘endemische’ schatten gegaan. Deze vleugel was nagenoeg uitgestorven wat echt zonde is. Persoonlijk vonden we dit namelijk het beste gedeelte van het Hermitage (en dat had dit keer niet eens zozeer te maken met het aantal mensen dat daar was). Dit is het gedeelte wat verder niet zo vaak te zien is. Opgegraven voorwerpen van de Kaukasus, Centraal-Azië en Siberië gaven ons een inkijkje in oude, vergane en onbekende culturen. Dat dit ook het gebied is waar de reden van deze reis over ging maakte het alleen maar boeiender.

Om zes uur was het tijd om weg te gaan wat ons op de Russische manier werd duidelijk gemaakt. De zaalwacht riep heel staccato om stipt zes uur: “Uitgang!”. En om zeven over zes werd ook het binnenplein van het Hermitage schoongeveegd en stond iedereen op het plein ervoor.

Voor de laatste keer deze week liepen we over de Nevsky Prospekt naar de bus, waar Mme De Mol op de valreep nog werd aangezien voor een etnisch Russische en informatiebron voor de weg. De portier van ons complex begint zich ook aan ons te hechten en wenste ons een goede nacht. Maar dit kan ook schijn zijn, want hij heeft eerder deze week flink op z’n sodemieter gehad, omdat hij ons zaterdag had buitengesloten. Enfin, wij gaan hier onze koffers inpakken om morgen voor het laatst met OV naar het vliegveld te gaan. Dit keer gaan we buiten de spits. Wel zo prettig.

Spektakel

Vandaag zijn we naar het Smolnyklooster geweest en ook hier was een slijptol in de kerk duidelijk aanwezig. Op dit moment wordt de kerk verbouwd wat het absurde beeld oplevert van her en der plukjes iconen lukraak neergezet, maagdelijk witte muren en kroonluchters in plastic. Het ziet eruit alsof er een hele nette beeldenstorm doorheen geraasd is. Bij de uitgang stond een mandje met sjaaltjes voor de vrouwen die de hunne waren vergeten. Het bakje stond alleen zo onopvallend dat alleen de vrouwen die de kaarsjes verkopen een sjaaltje om hadden. De rest van het vrouwelijk publiek was in verwarring of je nu je hoofd moest bedekken in een kerk in verbouwing in een klooster waar ook de staatuniversiteit zit.

Na het klooster stapten we op de bus op een plein met smeltende teernaden (hoewel het niet zo warm is) en de legendarische naam Plein van de Proletarische Dictatuur. Je kunt veel over de Russen zeggen, maar niet dat ze geen bombastische straatnamen kunnen verzinnen. We wilden naar het museum over de Omsingeling en Verdediging van Leningrad. We hadden van tevoren nog gecheckt of het museum open zou zijn omdat de woensdag de Russische maandag is. Volgens de website was het museum open, maar wel later dan normaal. Het museum was dicht. Verbouwing. Tja, die stond dan weer niet op de website. Een vrouwtje in het dichte museum zag onze sippe gezichten waarschijnlijk en kwam naar buiten gerend met een lijstje met alternatieven. Blijkt dat er dus nog een stuk of zes musea gewijd zijn aan Sint-Petersburg in de Tweede Wereldoorlog. Hadden we helaas geen tijd voor, want we werden op het NIP verwacht.

Na de verplichting op het NIP (afsluiting van het academisch jaar) gingen we weer naar de bioscoop. Gewoon omdat het kan en het zo goedkoop is. Klinkt decadent, maar die decadentie valt in het niet bij de bioscoopstoelen die we voor een schandalig lage prijs kregen. Het waren trouwens geen stoelen, maar een lekkere, zachte tweepersoonsbank, met een tafel en een telefoon om naar de bar te bellen voor eventuele bestellingen. Ik vroeg me – los van of het moreel goed is om zoiets tijdens een filmvertoning te doen – af of dat zou werken, want beneden hadden we een bordje gezien met “technische pauze”, wat een Russisch bombastisch eufemisme is voor “kaduuk”. We hadden echter ons restantje popcorn (lees: de halve emmer) van de vorige bioscoopronde mee naar binnen gesmokkeld en genietend van onze verse halve liters frisdrank hebben we de avond doorgebracht in een verborgen bioscoop in een dvor aan de Nevsky Prospekt.

Luid en duidelijk

*DO NOT TRY THIS IN RUSSIA*

Vandaag was de dag met de afspraken met de mensen van het NIP. Ontzettend lieve mensen die handige dingen weten. Om u niet te vermoeien met namen die u niets zeggen springen we nu naar de avond. Wat u hierover moet weten is dat Argentinië-Nigeria vanavond in Sint-Petersburg speelt.

Dat gezegd hebbende, we gingen met de metro naar Vasilievskijeiland, om zes uur. Dat betekende spits, maar ook hordes voetbalfans die ook naar Vasilievskijeiland moesten. Het hielp niet dat een roltrap kapot was, dus drukte alom in de metro. Daar ergens tussen liepen dus de Russische forenzen, wij en de vijfde Nigeriaan die we tijdens ons verblijf tot nu toe hebben gezien. De verhouding Nigerianen-Argentijnen is nogal uit het lood. Want de Argentijnen waren namelijk vijf tot de vijfde macht alleen al in onze wagon aanwezig. Argentijnen zijn ook net als Amerikanen: ze kunnen niet zachtjes doen. Er werd luid gezongen, geschreeuwd en begroet. Maar zelfs de route die tussen een man of drie besproken werd moest op volume standje doof bediscussieerd worden. Enfin, we waren op Vasilievskijeiland. Daar kwamen we een fotozaakje tegen waar we maar meteen Rusland-proof pasfoto’s hebben laten maken. Vonden we zelf nogal slim, omdat het hier goedkoper is en je weet zeker dat de foto’s voldoen aan de Russische voorwaarden. De winkelmannetjes vonden ons maar vreemd. Vervolgens kwamen we in een leuk universiteitsboekhandeltje waar een dode duif voor de ingang lag. Verder is het Vasilievskijeiland een leuke buurt, netjes en modern. We trokken verder naar de ‘zee’. En hier komen we bij het deel waar de waarschuwing boven dit verhaal op slaat. We zijn naar de ‘zee’ gegaan, maar die ligt daar naast het voetbalstadion waar dus ook alle Argentijnen en vijf Nigerianen naartoe gingen. Het was er vergeven van de politie en op strategische plekken was de straat afgesloten. Omdat we toch wel graag de ‘zee’ wilden zien, moesten we aan een politieagent de weg vragen. Mocht u ooit in Rusland zijn: Doe dit NOOIT! Nu kon het vanwege het WK, want iedereen in uniform moet zich gedragen, maar normaal is het het stomste wat je kunt doen, tenzij je graag een ‘plaatstelijke boete’ betaalt. Maar goed, er kan nu iets van de bucketlist van de vrouwelijke helft van fam. De Mol-van Valen.

We vroegen dus de weg. Fout nummer 1: Mme De Mol vroeg naar het strand. Is er niet. Poging 2 en fout nummer 2: Mme De Mol vroeg naar de ‘zee’. Is er ook niet: het is de Finse Golf. Ja ja, dat maakt uit, want anders konden de agenten niet de weg wijzen. Uiteindelijk hebben we toch de zee gezien, waar we genoten van de ondergaande zon. We hebben niet gewacht tot hij onder was, want dat duurt hier in Sint-Petersburg wat lang.

Davai!

Gisteren regende het, maar vandaag hadden we prachtig weer. Dat is ook te merken aan de verkoopwaar van de straatverkopers. De poncho’s en paraplu’s (met afbeeldingen van het Hermitage erop) zijn weg en we zijn weer terug bij panty’s en matroesjka’s. We zijn weer teruggeweest bij het Petrus-en-Paulusfort om de rest te bekijken (we hadden gisteren niet alles gezien) en daarna zijn we door gegaan naar de botanische tuinen (wel de rugzak weer twee keer door de scanner). Prachtige tuinen, zeker in combinatie met het weer, maar veel was al uitgebloeid. Wel leuk: de tuinen hebben veel planten uit Rusland zelf. Waar de Nederlandse tuinen van alles iets hebben, hebben we hier alle soorten Siberische irissen gezien. Nooit geweten dat dat daar in zo’n verscheidenheid kan bloeien… Misschien moeten we daar ook maar eens een keer naartoe gaan.

Rond een uur of vier zijn we naar een cafeetje getrokken, want Rusland moest vandaag spelen. Waren de Russen fanatiek bij Servië-Zwitserland, nu hebben we alle varianten van supporters gezien.

Er zijn grofweg drie groepen Russische supporters.

1) De Rus die met een laptop in het café zit te werken, maar met een half oog en een biertje naast de muis meekijkt. Veruit de saaiste variant.

2) De cliché-Rus. Dit is de Rus zoals we de Russen in alle dashcamfilmpjes kennen: stoïcijns en stug. Ik gok dat zo’n 75% van het bezoek in deze categorie viel. Deze Russen zijn ontzettend geboeid door de wedstrijd maar geven simpelweg geen krimp. Maakt niet uit dat er drie tegengoals waren, de reactie die je dan op z’n hoogst ziet is een opgetrokken wenkbrauw.

3) De Rus zonder pokerface. Dit is een zeer selectief groepje, maar maakt wel de grootste indruk en het meeste lawaai. Flink schelden als de tegenstander aan de bak is (“Laat-ie vallen” was de netste verwensing. Verder een hoop nieuwe stoute woorden geleerd) en flink aanmoedigen en aanwijzingen schreeuwen als de Russen aan zet zijn (“Davai, davai!!!“, en dan de davai variant met een verlengde laatste lettergreep als het spannend wordt: “davaaiiiiiiii!!!”).

Wij zaten naast drie Russen uit de laatste categorie en dat werden voor ons dan ook een fascinerende 94 minuten supporters voetbal kijken.

Zondagsrust

Omdat we onze felbevochte OV-chipkaarten graag wilden uitbuiten, gingen we vandaag met de bus. Normaal ben je levensmoe als je een bus instapt. Tenminste, dat is onze ervaring met Oekraïense bussen, maar deze buschauffeur was allerbeheerst en rustig. Netjes, maar zachtjes manoeuvreerde hij langs alle kuilen, zigzaggend naar de Nevsky Prospekt. Halverwege stapte een vrouwtje in. Russen zijn heerlijk helder, want óf ze mogen je niet en doen niets voor je, óf ze mogen je en je kunt niets meer fout doen. Sterker nog, in dat geval doen ze hun uiterste best om te voorkomen dat je iets fout gaat doen. Het vrouwtje in de bus was van de laatste categorie. Ze vroeg waar we naartoe gingen. Ah, de Nevsky Prospekt. Maar we moesten ook zeker naar de Hermitage gaan. En naar de tuinen. Of waren we daar al geweest? Nou, we moesten daar zeker gaan kijken. “Ja”, zei ze, “ik weet veel van de stad want ik woon hier al heel lang. Ik ben al heel oud. Het is niet netjes om te zeggen hoe oud ik ben, maar ik ben bijna 85 jaar.” Eerlijk is eerlijk, dat hadden we haar niet gegeven. Ze ging driftig zoeken in haar tasje en ergens van de bodem kwam een ID-kaart: geboren in 1934, Leningrad. Deze Heldin van de stad gaf ons bij het uitstappen nog een routebeschrijving naar de Hermitage nadat ze zich ervan verzekerd had dat we ons zouden redden in het grote Sint-Petersburg. Alleen al voor dit soort Russen zou je zo’n Sint-Petersburgse OV-chipkaart aanschaffen en dan maakt het niet uit hoe hard je je best ervoor moet doen.

Maar wat we dus op de zondag wilden bezoeken was de Verlosser op het Bloed. Deze kerk ziet eruit als de Russische kerk die in je hoofd opkomt als ik “Russische kerk” zeg. Bij deze kerk kwamen we erachter dat Russen kerken, zondagsrust en wijding een heel andere betekenis geven. Naast de Verlosser op het Bloed is namelijk het FIFA-fanfestival met het bijbehorende aantal decibellen aan additioneel geluid. In de kerk zijn dan weer Russische vrouwtjes alle Zuid-Amerikaanse toeristen tot stilte aan het manen. Maar helaas: de Zuid-Amerikaanse toeristen spreken geen Engels of Russisch en de vrouwtjes geen Engels, Spaans of Portugees. Miscommunicatie alom. De kerk zelf is een aanrader!

We waren bezig met inchecken bij de metro om naar onze volgende kerk te gaan, toen Mr. De Mol uit de rij gehaald werd om zijn rugzak te laten scannen. Overal staan scanners bij de metro’s sinds de aanslagen op de metro in Sint-Petersburg vorig jaar. Een vriendelijke agent vroeg dus om onze rugzak en scande hem. Niets aan de hand, alles was goed. Toch wilden we dit moment vastleggen. De agent overtrof onze verwachtingen wat betreft behulpzaamheid, want niet alleen mochten we een foto van de scan maken, hij wilde ook wel even inzoomen op het scherm voor een betere, gedetailleerdere foto. Waar normaal het OV in Rusland uitblinkt in chagrijnigheid en stugheid, was deze man een lieve uitzondering.

(Tekst loopt door onder de afbeelding)

Toen we bij onze volgende kerk aankwamen bij het Petrus-en-Paulusfort viel ons weer de Russische definitie van stilte in de kerk op. Ditmaal was iemand met een slijptol bezig. In de kerk. En ja, ook hier is het zondag – zo veel tijdsverschil is er niet. Toevallig liep er ook nog een kat in de kerk. Die stoorde zich helemaal nergens aan.

When in Rome do as the Romanovs do

We zitten in het betere deel van Sint-Petersburg. De huizen zijn goed onderhouden, de buurt is rustig en de auto’s zijn groot. Omdat we op vijf kilometer van het centrum zitten wilden we een soort OV-chipkaart kopen. Daar ging het mis. Een scène uit onze ochtend:

Tessa: Goedemorgen, we willen graag een OV-chipkaart voor zeven dagen.

Baliejuffrouw: Dat is goed. Heeft u een OV-chipkaart?

T: Nee, die wilden we graag bij u kopen.

B: Dat is goed, heeft u een OV-chipkaart?

T: *lichtelijk bamboozled* Nee, maar die kunnen we toch bij u kopen?

B: Dat klopt.

T: Fijn, dan zou ik er graag een kopen voor zeven dagen.

B: Zeven dagen? Heeft u een OV-chipkaart?

T: *404 ERROR. LOGIC NOT FOUND*

Deze conversatie heeft zich in een loop een keer of drie herhaald.

B: *Laat uiteindelijk in een vlaag het pasje zien*

T: Ja, die wil ik!

B: Oké, maar heeft u dan een bonnetje?

T: ?

B: Bonnetje. Om de kaart te kopen?

T: Nee, dat kan toch bij u?

B: Jazeker. Hoeveel kaarten wilt u? Een?

T: Twee graag.

B: Twee?

T: Graag.

B: Oké, voor zeven dagen.

T: Graag.

B: Oké, uw pinpas alstublieft.

T: Prima, de kaart werkt nu?

B: Ja ja ja, natuurlijk…

Maar we kunnen nu wel onbeperkt met het OV reizen…

Aangekomen op de Nevsky Prospekt blijkt de impact van het WK. De stad is enorm druk en we horen meer Spaans en Portugees dan Russisch. We horen ook meer straatartiesten, wat niet per se het plezier van op straat lopen vergroot. Het winkelcentrum dat we bezochten heeft er handig op ingespeeld en heeft een scherm opgehangen met een tribune eromheen waar mannen de voetbal kunnen volgen terwijl de vrouwen winkelen. Teneinde de drukte te ontvluchten zijn we naar de bioscoop gegaan. Klinkt onlogisch, maar alle films worden in Rusland nagesynchroniseerd, wat het aantal toeristen drastisch beperkt. En dan kom je om een uur of elf buiten en dan zijn er nog steeds massa’s niet-Engels-of-Russischsprekende toeristen, maar is het ook nog steeds licht. Want het is zomer 🙂

Starstruck

Het kon niet beter beginnen. In de rij bij de douane staan met Maxime. Verhagen. Je weet wel, de voormalige minister van Buitenlandse Zaken. De ene helft van ons was volledig flabbergasted en moest nog bijkomen van de hap moed die het had gevergd om aan de onschuldige man te vragen of hij daadwerkelijk Maxime Verhagen was. De andere helft greep het moment aan om te vertellen dat we echt niet voor het WK naar Rusland gingen, maar vanwege een scriptieprijs (wat de andere helft nog rodere koontjes bezorgde en waarvan de voormalige minister van onder de indruk leek). Maar Maxime Verhagen stond dus in dezelfde rij, zat in hetzelfde vliegtuig en verblijft dus tot maandag in dezelfde stad. Enfin, wij, en Maxime Verhagen, zijn dus in Sint-Petersburg. En het leek ons een goed idee om met koffers en al in de spits met het OV naar de andere kant van de stad te gaan. Het was geen goed idee om onze koffer op de brandblusser te zetten, maar meer dan 83 personen in de bus kon natuurlijk geen kwaad voor de brandveiligheid… Note to self: De poortjes van de metro zijn wat krap voor koffer én persoon. De metro zelf kwam uit 1978 volgens een bordje en was gemaakt in de wagonnenbouwfabriek van de Revolutie en nog iets. Maar prachtig toch? Met je koffer in een metro uit 1978. Waarom zou je iets weggooien als dat nog werkt? Verder verliep alles prettig vlot. Zo vlot dat we Gerards visum niet hoefden te registreren, wat ook weer tijd scheelde en waardoor we in een allerenigst dvor, binnenplaats, terechtkwamen waar we Servië-Zwitserland hebben gekeken. Conclusie: Russen zijn partijdig. Het commentaar op tv was voor Servië, de tent waar we keken kon de Zwitsers amper verdragen. We hebben een mooi fragmentje opgenomen waar eerst de Serviërs worden aangemoedigd. Helaas haalde dat niet veel uit, want daarna was het tijd om allerlei verwensingen naar het scherm te schreeuwen naar de Zwitser die er – spoiler – 2-1 van maakte. Wij kijken alvast uit naar de wedstrijd Rusland-Uruguay komende dinsdag.

Nieuwe blog, nieuwe kansen

Ook voor deze reis naar Rusland willen we een blog bijhouden. We proberen hetzelfde entertainmentniveau te bereiken als vorig jaar.

Waarom gaan we een week naar Sint-Petersburg? Omdat Tessa van studeren houdt, heeft ze een scriptie geschreven. Deze is gewogen, gewogen en goed bevonden, maar niet alleen door de universiteit, maar ook door het NIP – het Nederlands Instituut Sint-Petersburg. Hierdoor mag Mme De Mol van het NIP een weekje langskomen (Gerard mag ook mee). Hier kunt u onze belevenissen volgen.