Omdat we onze felbevochte OV-chipkaarten graag wilden uitbuiten, gingen we vandaag met de bus. Normaal ben je levensmoe als je een bus instapt. Tenminste, dat is onze ervaring met Oekraïense bussen, maar deze buschauffeur was allerbeheerst en rustig. Netjes, maar zachtjes manoeuvreerde hij langs alle kuilen, zigzaggend naar de Nevsky Prospekt. Halverwege stapte een vrouwtje in. Russen zijn heerlijk helder, want óf ze mogen je niet en doen niets voor je, óf ze mogen je en je kunt niets meer fout doen. Sterker nog, in dat geval doen ze hun uiterste best om te voorkomen dat je iets fout gaat doen. Het vrouwtje in de bus was van de laatste categorie. Ze vroeg waar we naartoe gingen. Ah, de Nevsky Prospekt. Maar we moesten ook zeker naar de Hermitage gaan. En naar de tuinen. Of waren we daar al geweest? Nou, we moesten daar zeker gaan kijken. “Ja”, zei ze, “ik weet veel van de stad want ik woon hier al heel lang. Ik ben al heel oud. Het is niet netjes om te zeggen hoe oud ik ben, maar ik ben bijna 85 jaar.” Eerlijk is eerlijk, dat hadden we haar niet gegeven. Ze ging driftig zoeken in haar tasje en ergens van de bodem kwam een ID-kaart: geboren in 1934, Leningrad. Deze Heldin van de stad gaf ons bij het uitstappen nog een routebeschrijving naar de Hermitage nadat ze zich ervan verzekerd had dat we ons zouden redden in het grote Sint-Petersburg. Alleen al voor dit soort Russen zou je zo’n Sint-Petersburgse OV-chipkaart aanschaffen en dan maakt het niet uit hoe hard je je best ervoor moet doen.
Maar wat we dus op de zondag wilden bezoeken was de Verlosser op het Bloed. Deze kerk ziet eruit als de Russische kerk die in je hoofd opkomt als ik “Russische kerk” zeg. Bij deze kerk kwamen we erachter dat Russen kerken, zondagsrust en wijding een heel andere betekenis geven. Naast de Verlosser op het Bloed is namelijk het FIFA-fanfestival met het bijbehorende aantal decibellen aan additioneel geluid. In de kerk zijn dan weer Russische vrouwtjes alle Zuid-Amerikaanse toeristen tot stilte aan het manen. Maar helaas: de Zuid-Amerikaanse toeristen spreken geen Engels of Russisch en de vrouwtjes geen Engels, Spaans of Portugees. Miscommunicatie alom. De kerk zelf is een aanrader!
We waren bezig met inchecken bij de metro om naar onze volgende kerk te gaan, toen Mr. De Mol uit de rij gehaald werd om zijn rugzak te laten scannen. Overal staan scanners bij de metro’s sinds de aanslagen op de metro in Sint-Petersburg vorig jaar. Een vriendelijke agent vroeg dus om onze rugzak en scande hem. Niets aan de hand, alles was goed. Toch wilden we dit moment vastleggen. De agent overtrof onze verwachtingen wat betreft behulpzaamheid, want niet alleen mochten we een foto van de scan maken, hij wilde ook wel even inzoomen op het scherm voor een betere, gedetailleerdere foto. Waar normaal het OV in Rusland uitblinkt in chagrijnigheid en stugheid, was deze man een lieve uitzondering.
(Tekst loopt door onder de afbeelding)
Toen we bij onze volgende kerk aankwamen bij het Petrus-en-Paulusfort viel ons weer de Russische definitie van stilte in de kerk op. Ditmaal was iemand met een slijptol bezig. In de kerk. En ja, ook hier is het zondag – zo veel tijdsverschil is er niet. Toevallig liep er ook nog een kat in de kerk. Die stoorde zich helemaal nergens aan.