Vandaag was het dan zo ver: de grote oversteek van de spreekwoordelijke Rubicon. Al was het na het oversteken nog lang zoeken naar Italiaans. Zuid-Tirol is niet eens tweetalig, maar anderhalftalig Duits.
Na het vertrek uit Mannheim reden we al vrij snel de file in. Iets met een combinatie van Baustelle en vakantiegangers. Toen we eenmaal München voorbij waren verliep het verder eigenlijk voorspoedig. De route zelf is een aanrader. Het is een mooie reis door eerst het laaggebergte, daarna de Alpen en dan de Dolomieten. Het was schitterend. In combinatie met de Italiaanse snelweg is het ook heerlijk wegrijden. Veel bergen zijn nog besneeuwd, maar aan veel riviertjes kun je zien dat dit al tanende is.
En ja, hoe kunnen we onze eerste indruk van Italië beschrijven. Kort gezegd: Italië is het Oekraïne van de Alpenlanden. De vangrail is overal verroest (al ontbreekt die volledig in Oekraïne). De bekende fietsers en scooters zijn op de (provinciale) snelweg. Wegwerkers steken lopend de snelweg over. Tanken mag je niet zelf doen. Zodra je van de tolweg bent is zelfs het wegdek Oekraïens. Mensen spreken geen buitenlands, maar zijn wel heel behulpzaam. Het weggedrag van medeweggebruikers doet bij vlagen erg Oekraïens aan. Nou ja, we voelen ons in ieder geval thuis. Onderweg zijn we enorm veel ruïnes en oude gebouwen tegengekomen, dus dat belooft al veel goeds.
Op het moment van schrijven is het nog een uurtje rijden naar Florence. We zijn inmiddels allang uit Zuid-Tirol, dus we zien en horen nu echt alleen nog maar Italiaans om ons heen. En wat klinkt die taal toch fijn!