Dag 18 – Onthaast (Neurenberg, D)
Vanuit Wenen rijden we richting huis. We besluiten te lunchen in het ontzettend gepolijste Salzburg. Gewoon omdat het kan. Ook in Salzburg is te zien dat men normaal meer mensen ontvangt. Hoewel de hele wereld wegblijft, komen we de ene Nederlander na de andere tegen.
We lunchen in een koffiehuis. Zo’n koffiehuis waar je de krant moet lezen en een uur moet doen over je koffie. Dus het tempo van de bediening is evenredig. Niet iedereen heeft dat begrepen en dit is dan ook het moment dat je spijt hebt van je Nederlanderschap.
Schuin tegenover ons zat een ouder echtpaar en een dame. Een van de twee dames was chronisch aan het woord over de meest futiele onderwerpen. Haar eega was echt volledig uitgecheckt en de andere dame zat opgesloten in het gesprek. Helaas voor de meneer die uiteindelijk erg graag weg wilde, duurde het even voordat de ober dat ook wilde. Toen de rekening kwam moest die uiteraard gesplitst worden en daar ging de monoloog verder. Meneer wilde eigenlijk gewoon weg en we geven hem geen ongelijk. Zelfs de Vlamingen die tegenover ons zaten en natuurlijk ook alles goed konden volgen maakten opmerkingen over het oeverloze gekwebbel. We wensen meneer sterkte.
Na het kletsende gezelschap kwam er een nieuw Nederlands groepje. Twee vijftigers plus ouders. Als er iemand alle tijd heeft zouden het deze mensen moeten zijn, maar niets was minder waar en, boy, hadden zij het verkeerde tentje uitgezocht. De meneer die in de vijftig was, is het alfamannetje. Hij koos het tafeltje en leidde iedereen naar de stoelen. Toen na een kwartier nog steeds geen bestelling was opgenomen ging hij vrij snel de escalatieladder op. Het begon met gedempt gemopper wat een steeds luider volume aannam. Er was een ober in zicht, maar die bediende het andere deel van het terras. Niet gehinderd door enige territoriumregels beende de Nederlander op de arme ober af en blafte in goed steenkolenduits dat hij graag wat wilde bestellen. Verongelijkt kwam hij terug naar zijn tafeltje en mokte dat ze er “natuurlijk snel aankomen”. Helaas voor hem en ter entertainment van ons was niets minder waar. Dus vol ongeduld ging hij maar alvast zelf in de vitrine kijken welke taartjes ze hadden. Teruggekomen legde hij aan echtgenote en ouders uit dat “hij gewoon niet iemand is die gaat wachten”. Toen de ober van onze kant kwam en eerst met een schijnbeweging naar zijn tafeltje liep om eerst gasten naast hem te helpen die na hem waren gaan zitten, zagen we alle raderen vastlopen en een kleine kortsluiting ontstaan. In zeer afgemeten Duits bestelde hij drinken en ging hij zelf naar binnen om vier bijbehorende taartjes te fixen. Toen vervolgens het drinken en vier compleet willekeurige taartjes werden gebracht en er discussie losbarstte over wie welk taartje mocht, had de frustratie zijn toppunt bereikt: meneer “had gewoon wat gekozen dat een vitrine stond”, want anders hoefde hij het niet. “Zoiets vind ik gewoon niet te doen.”
Het degelijke Salzburg wordt vanzelf leuk, maar je moet wat verder kijken dan de barokke, gepleisterde huizen.
Inmiddels rijden we in Duitsland. Volgens de navigatie gaan we rond middernacht thuiskomen. We hebben ontzettend genoten van de vakantie en Roemenië heeft ons echt positief verrast. We gaan door alle geplukte munt en melisse bij de komende kopjes thee met weemoed terugdenken aan Malaja Oegol’ka en als we de paarden van de dierenarts achter ons horen zullen we ongetwijfeld meteen in oostelijke sferen verkeren. Oost-Europa, wat was het fijn om weer terug te zijn. Oekraïne, Roemenië en lezers: bedankt en do vstrechi!