De vorige keer dat we hier zaten, zijn we naar Venetië geweest. Dit ligt niet zo heel ver hiervandaan en zodra je de pas overwonnen hebt, rijdt het prima door op de laagvlakte. De vorige keer was het ook coronatijd. En hoewel Venetië een beetje underwhelmde, gaat het nooit meer zo goed worden als toen. Er zullen altijd een te veel aan meer toeristen zijn dan toen. Want als u Venetië ooit wil bezoeken: doe het op een moment dat de stad uitgestorven is en je alleen het lege hulsel aantreft. Anders is het dubbel niet leuk.
Dus nu moesten we een andere stad kiezen en dat werd Padua. Wikipedia had me al overtuigd met de vele galerijen die de stad schijnt te kennen en een mega-crappy vertaling van de pagina van Padua op Wikivoyage deed de rest – meer overtuiging heeft een mens in het leven niet nodig. Ik bedoel: “Enrico liet de kapel bouwen in het stemrecht van de ziel van zijn vader, bankier en woekeraar die tijdens zijn leven verschillende zonden had begaan om door Dante te worden geplaatst in de Inferno van de Goddelijke Komedie.” Wat doen we nog in San Boldo?
Ook hier hebben we weer een groene, tolvrije, route gepakt en de Piave stelde niet teleur. Anderhalf uur later waren we in Padua. Wij waren inmiddels al volledig geacclimatiseerd aan het gure klimaat van San Boldo, maar hier was het dertig graden met een aangenaam windje die voorkwam dat het een Napelservaring werd. Beter kon niet.
Padua zelf was zo rustig, dat het bijna leek alsof we op een verlaten filmset liepen. Dichter naar het centrum troffen we iets meer mensen aan, maar het mocht geen naam hebben. Er kwam een groep Italianen voorbij die een rondleiding kreeg waarbij achteraan de groep uiteraard een paar Italianen het veel gezelliger met elkaar hadden tot ieders grote irritatie en tot nog grotere irritatie van de gids constant te lang achterbleven en bij de les geroepen moesten worden. Maar dat was het toeristische hoogtepunt dan wel. Toch is Padua ingesteld op buitenlanders, want zelfs in Venetië konden we niet zo goed met Engels terecht.
Na de botanische tuinen, was het dan toch tijd voor die kapel met stemrecht. En die kapel heet de Cappella degli Scrovegni. Aan de buitenkant een uitermate saai en onbijzonder gebouw, aan de binnenkant een kleurexplosie en artistiek hoogtepunt uit 1303. Na een kwartier acclimatiseren (echt waar) en een paar verplichte filmpjes kijken waarbij iedereen uit de groep afgehaakt was na de zoveelste aankondiging van de sponsoring van de plaatselijke Rotary Club, mochten we naar binnen. Van tevoren wisten we dat het een halfuur zou duren en dat leek me lang omdat de kapel niet heel groot is. Maar het bleek te kort. Met lichte dwang werden we weer naar buiten geveegd en liepen we langs de volgende afgehaakte groep die nog in het voorgeborchte moest uitzweten voor ze naar binnen mocht.
Voor ons was het klaar, in de donker via de saaie route reden we terug naar de 18 graden van San Boldo.