De ochtend brak aan en we werden gewekt, of eigenlijk wakker gehouden, door de typisch Zwitserse koeienbellen. Wist u dat koeien helemaal niet slapen ‘s nachts? Het liefst staan ze onder je raam de zonnedans te doen zodat het sneller licht wordt.
Afijn, we waren er bijtijds bij zullen we maar zeggen. Toen we uit ons slaapkamerraam keken zagen we niet alleen de koeien met bellen, maar ook waar het hotel de naam Alpenblick vandaan had. Om ons heen bevonden zich bergen, gras, koeien en nog meer bergen. Toen we in de auto naar Luzern reden zagen we wat we door het donker gisteren niet konden zien: de wonderschone natuur van de Zwitserse Alpen. Langs het meer reden we naar Luzern en alleen dat was ons Zwitsers vignet al waard. Luzern zelf is een leuk stadje met een fenomenaal uitzicht op de bergen en het meer. Dat maakte dan de files om het paspoort op te halen weer goed. Rond een uur of twee gingen we dan toch naar huis rijden. Grenzen zijn normaal voer voor meer dan één blog en eindeloze verhalen in het bejaardentehuis. De Zwitserse grens niet. Mijn medereiziger zei droogjes dat dit de snelste niet-EU-grensovergang was die hij ooit zou ervaren. Ik moet hem hierin gelijk geven. Zelfs de grens tussen Kroatië en Slovenië was langzamer. En dat zijn beiden EU-landen…
We komen terug in Nederland dat de eerste tropische dag heeft meegemaakt en wij zijn blij dat we die gemist hebben. We hebben heerlijk weer gehad met een lekker briesje en we hebben ontzettend genoten van de reis zelf, Florence en alle nieuwe indrukken die we hebben opgedaan. Voor nu is het weer even klaar. Maar over een paar weken barst het feest weer los. Dan gaan we de echte Oekraïeners ontmoeten. Voor nu: arrivederci