De vakantie zit erop, het begint weer te regenen. Hoogste tijd om weer naar huis te gaan. De stappentellers zijn nu uitgeput en snakken naar een gewone werkdag. Uitgerust en voldaan kijken we terug op de afgelopen anderhalve week. De volgende vakantie is nog niet gepland, maar wel al bedacht. Dus voor nu: See you next time!
Dag 7/8 (Sevenoaks, GB) – House of Books
Aangezien iedereen een andere definitie van rust heeft, hebben we deze dag opgedeeld doorgebracht. Onze Wright-fan is naar Londen en zien we pas ‘s avonds intens diepgelukkig weer terug. De rest van ons poogt nog een wandeling als vorm van cooling down of warming up te ondernemen.
De laatste van de Bank Holidays is inmiddels begonnen en we hopen dat de meeste toeristen ten deze tijd Londen wel weer hebben verlaten. De suppoost uit Derby had ons beloofd dat Londen een loopbare stad is, maar gezien onze ervaringen met Boedapest en de suppoost die niet alleen Hadrian’s Wall heeft uitgelopen, maar ook de Pennine Way, nemen we toch een dagkaartje voor het ov.
De drukte valt inderdaad alles mee. De hele stad is bezig met de grote schoonmaak en overal hangen nog vlaggetjes die inmiddels niet meer zo heel florissant zijn. Het beste idee van de dag is om te beginnen bij The Monument. Voor iedereen die niet beseft wat dat inhoudt: het is een zuil van 61 meter uit de achttiende eeuw met uitzicht over de stad. Kenmerk van zuilen uit de achttiende eeuw: er zit geen lift in. Deze 61 hoogtemeters zijn een grotere aanslag dan die hele muur in Northumberland en de dag moet nog beginnen. Lichtelijk verkrampt lopen we naar de metro om onze weg te vervolgen naar de oudste boekwinkel van het Verenigd Koninkrijk.
Boekwinkels zijn een soort zwarte gaten. Ze zuigen alles op: tijd, geld, familie Van Valen. Een deel van ons kon zich nog losweken en wegkomen naar de National Gallery (een ander berucht zwart gat), maar verder zijn we vandaag niet gekomen. De reis is voleindigd, we zitten hier prima.
Dag 6 (Derby, GB) – Schilderachtig
De dag van de kroning en we hebben er ongeveer niets van meegekregen. Als we het niet hadden geweten, hadden de Britten ons gewoon met een vage Bank Holiday voor de gek kunnen houden. De BBC had ‘gelukkig’ een live verslag via de radio, dus degenen met een voorliefde voor Engelse psalmen kwamen geheel aan hun trekken.
Vlak voordat de dienst afgelopen was, arriveerden we in Derby. Derby is de stad van de schilder Joseph Wright en die heeft sinds ons laatste bezoek aan het Hermitage in Sint Petersburg een trouwe en fanatieke fan erbij. Dit werd het hoogtepunt voor Mr. De Mol. Alle voorbereiding die er was zat in dit gedeelte van de vakantie. De suppoost van het museum was duidelijk blij zo’n gemotiveerde bezoeker op de kroningsdag te zien en begon niet alleen over Joseph Wright te vertellen, maar ook tips voor musea in Londen te geven (metro is nergens voor nodig, je kunt gewoon lopen als je maar weet waar je moet zijn).
Toch werd dit een oefening in uitgestelde tevredenheid, want het favoriete stuk van Wright is uit logeren in Londen. Aangezien we daar ook nog komen, was die teleurstelling maar van korte duur.
Dag 5 (Simonburn, GB) – Wal(l)k
Goed, hier was het dus allemaal om te doen: de muur van Hadrianus. We gingen een etappe lopen en alleen ons mam heeft getraind. Pater familias had een boekje met kaarten uit de bieb gekopieerd, ik had de trip uitgestippeld op AllTrails en Mr. De Mol…
Tsja, wat kun je over een voorbereiding reppen die niet bestaat.
20 kilometer met 560 hoogtemeters ons voorland was duidelijk. Een Engelsman die we na een kilometer tegenkwamen sprak de bemoedigende woorden: “Vanaf hier is het alleen nog maar heuvelop.” En daar gingen we. Dit kunnen we met alle fatsoen van de wereld geen boswandeling noemen, want er waren veel te weinig bomen en er was veel te veel zon. De eerste helft van de wandeling was zelfs bijna saai en eentonig. En aangezien degene met de minste voorbereiding de meeste prikkels nodig heeft, waren we die al halverwege kwijt.
Vanaf dat punt begon de uitdaging eigenlijk pas. De wandelaar had geen gelijk. Het was niet alleen maar heuvelop. Het was alleen maar op en neer. En heel eigenlijk begon ik een beetje mijn gelijk te voelen toen ik voor aanvang voorstelde om de route aan het eind te beginnen vanwege de verhouding hoogte- en afdaalmeters. Dat hadden er namelijk zo’n 200 gescheeld.
Hadrian’s achtbaan kronkelde voort en na de zoveelste oude wachttoren kwamen we een fortcomplex tegen waar degene met de meest gedegen voorbereiding afhaakte. Nog vijf kilometers resteerden en we liepen door. Nog meer heuvelpieken met indrukwekkende afgronden volgden en bij Sycamore gap kwamen we onze eerste afhaker weer tegen. Totaal gesloopt maar zonder spierpijn ploften we neer in een Engelse pub. Pizza smaakte nog nooit zo goed.
Dag 4 (Simonburn, GB) – Overdaad
Langzaam naderen we de dag waarvan we wisten dat die zou komen, maar waar iedereen zich op geheel eigen wijze heeft voorbereid. Sommigen van ons hadden een serieus opbouwschema, anderen keken vlak voor De Wandeling nog even op Vinted voor kek en passend schoeisel.
Bij aankomst bij ons verblijf bleek dat er nog andere voorbereiding was gevraagd. De dame die de B&B uitbaatte was in lichte paniek omdat we te vroeg aangekomen waren. Daarnaast hadden we niet doorgegeven of we ‘s avonds mee wilden eten en dat kon echt niet nu nog geregeld worden. Toch voelde onze gastvrouw zich vanaf dat moment genoodzaakt om ons van alle alternatieve gemakken te voorzien.
Dag 3 (Robin Hood’s Bay, GB) – De boswandeling, de Engelse variant
Inmiddels begint het een traditie te worden: een boswandeling. Het doel van vandaag is wandelen naar Robin Hood’s Bay en weer terug. Hemelsbreed een kleine 2 kilometer enkele reis. Maar dit is Engeland, geen hemel.
Het wandelweer had niet beter kunnen zijn. Met een graad of tien en een lichte wind is het prettig lopen. In Engeland gaan paden soms dwars door weilanden heen en dat geeft een dimensie die we tot nu toe in onze boswandelingen op dit blog nog niet eerder hebben ervaren. De eerste schapen keken ons pas en masse aan toen één van ons de innerlijke schapenkop wakker maakte en begon te blèren. Geheel niet onder de indruk werden we vooral het weiland weer uitgestaard.
Het weiland erna stond vol met koeien. Het duurde even voor we gespot werden, maar toen was het hek van de dam. Het begon met een koe die steeds meer naderde en uiteindelijk volgzaam achter ons aanliep. Al snel volgde nummer twee en ook nummer drie voegde zich erbij. Dit is dan het moment dat je dan bedenkt dat die koperkleurige broek van de een en het rode vest van de ander misschien niet heel tactisch zijn. Uiteindelijk drentelde de hele kudde koeien achter ons aan en bij het hek verdrongen de heren elkaar om ons zo goed mogelijk te bekijken. Op het moment dat een van de stieren met zijn tong het hek wilde open maken, vonden wij het een goed moment om maar weer verder te lopen.
Aangekomen bij een oude spoorlijn vervolgden we onze weg en sloegen we af naar een beek. Er was al gemeld dat het tien graden was, toch? Bruggen zijn er in Yorkshire alleen voor oude spoorlijnen en andere vergane glorie. Wij plebs moeten het doen met een doorwaadbare plek. En een van ons had geen waterdichte wandelschoenen aan…
Dit was nog maar het voorproefje, want de echte doorwaadbare plaats verderop was nog iets langer en had een onheilspellende peilstok van maar liefst zes voet. Gelukkig was daar de klimaatverandering en viel er niets weg te smelten, dus was de beek tot een acceptabele enkelhoogte beperkt om vervolgens over te gaan naar een weg met een stijgingspercentage van toch een ruime 20%.
Ietsjes later zagen we de zee. Via het strand liepen we het laatste stuk naar Robin Hood’s Bay om daar scones met jam te eten. En toen moesten we nog van zeeniveau weer omhoog, terug naar Demesne Farm op zo’n 120 meter hoogte.
Dag 2 (Fylingthorpe, GB) – Duister
We zijn vandaag in het idyllische Whitby, een havenstadje. Het fijne aan Engeland is dat ze al gewend zijn om thee met melk te drinken en dat het van daar maar een kleine stap naar chai latte is. En wat nog fijner aan Engeland is, is de pastry die gewoon overal lekker is. Tenzij je niet van rozijnen houdt.
Whitby is het plaatsje dat Bram Stoker geheel onterecht heeft bedacht als plaats delict voor Dracula. Dit tot grote wanhoop van de lokale kerk die uit pure nood een A4’tje op de deur heeft gehangen met het verzoek om niet meer naar het graf van Dracula te vragen. De plaatselijke nering heeft er echter iets minder moeite mee en de combinatie van lokaal gedolven git en de ruïne van de abdij maken dit de perfecte omstandigheden voor iedere gothic die hier in de buurt rondloopt.
Wij zijn blijven plakken bij een Indiaas restaurant en de gemberwijn. Zonder rozijnen.
Dag 1 (Fylingthorpe, GB) – Sip
Daar waren we dan. Acht uur in de morgen en alleen een grenscontrole scheidde ons nog van Engeland. De meneer die onze paspoorten controleerden knoopte een beleefd praatje aan, maar werd licht cynisch toen we de kroning noemden. Gelukkig mochten we nog naar binnen.
Omdat we pas om vier uur ‘s middags in het huisje mogen, maken we een tussenstop in Beverley. Er is iets met Engeland. In de VS wordt er vaak naar Engeland gekeken als het klassieke, elegante, oudere en stijlvolle land met veel cultuur. Europeanen zien vooral hun eigen gelijk bevestigd. Beverley neigde naar de continentale vooroordelen. Alleen met contant geld kunnen parkeren, een haakwinkel en zes zakjes diepzwarte earl grey in een pot thee met een kannetje melk. En dan hebben we het nog niet gehad over de vriendelijke vrouw die toegaf dat het kroningsfeestje van komende zaterdag vooral een goed excuus was om dronken te worden. Om met een Beverleyse meneer die al een voorschot op zaterdag heeft genomen te spreken: just feel it!
Dag 0/1 (Rotterdam, NE/Hull, GB) – Vergeten
Er zijn van die vakanties waar je erg aan toe kunt zijn. Dit is er zo een. We gaan wandelen in Engeland en gezien de voorliggende periode liggen de verwachtingen op het niveau van Het Zoutpad van Raynor Winn. Nog een kleine sidenote: we gaan met mijn ouders.
We startten de motor van de auto om weg te rijden van huis toen een van ons bedacht dat het toch handig was om z’n paspoort mee te nemen. Dus een paar minuten later konden we poging twee ondernemen en vertrekken. Via een omweg pikten we ook mijn ouders op en toen begon poging drie. Wederom werd er gevraagd of de paspoorten gepakt waren en toen was er iemand in het gezelschap die naar wandelschoenen vroeg…
Het was inmiddels bijna zes uur en om zeven uur moesten we ingecheckt op de boot zitten. Maar ja, omdat het een wandelvakantie is, zijn wandelschoenen toch bijna even essentieel als paspoorten. Dus met nog een kleine omweg bereikten we als een van de laatsten Hoek van Holland. Met nog negen minuten op de klok parkeerden we Szusza in op het dek.
We delen met ons vieren een hut en daarmee een badkamer met maar twee handdoeken. Om acht uur lokale tijd arriveert de ferry, dus hebben we een soort ochtendrooster voor de douche gemaakt. Mijn moeder zou als eerste gaan en had haar wekker om 6:00 gezet. Om zes uur ‘s morgens zit je alleen dan op een boot midden op zee zonder enig bereik. En dat betekent wat voor de synchronisatie van je klok…
Afijn, we hadden alle tijd voor een zeer uitgebreid English breakfast en sommigen van ons zijn een illusie armer en diep teleurgesteld in ‘het systeem’.