Dag 14 – Consumptie (Helsinki, FIN)

Helsinki ligt aan de kust en kusten aan de Oostzee hebben als eigenschap dat ze bezaaid zijn met eilanden, skerries en haffen. De kust bij Helsinki is geen uitzending, dus ja, wat doe je dan als Fin wanneer je een eiland over hebt? Juist, je maakt er een Finse variant van het Arnhems Openluchtmuseum van.

Het is vandaag minder plakkerig weer dan gisteren, dus prima omstandigheden om rond te sjouwen op zo’n eiland in een openluchtmuseum.

In het openluchtmuseum zitten bij sommige gebouwen mensen in traditionele kleding. Zoals het goede Finnen betaamt, zoeken ze alleen contact wanneer jij dat doet, dus kun je rustig rondkijken. Wanneer je een vraag hebt, blijkt er een schat aan kennis verstopt te zitten in die mensen. Je kunt het zo gek niet verzinnen of ze hebben er antwoord op: waarom is deze balk niet rond gehouden? Waarom gebruikten ze vroeger geen zaag? Waarom zit er krantenpapier op de muur? Wat is het verschil tussen Finnen in Karelië en Finnen in Finland? Hoe zat het met de rook in zo’n Fins huis? Waarom zijn de deuren zo klein? Misschien hebben we ze vandaag wel te hard laten werken in deze ongewone warmte voor Finland, maar het museum is een aanrader.

Omdat Finland vrij aan de prijs is, hadden we voor ons doen gek gedaan en allebei twee bolletjes ijs besteld. De ijscovrouw was denk ik blij dat ze wat te doen had, want ze bleef maar scheppen. Zonder overdrijven zat er ijs van het formaat halve bak Hartogijs op het hoorntje. Tsja, dan wordt de prijs-kwaliteitverhouding toch ineens wat meer in het voordeel van de gewone sterveling. Het park heeft – anders dan het immense openluchtmuseum in Kiev – veel bankjes, dus we zochten het mooiste bankje uit en gingen er maar eens voor zitten.

Terwijl we ons door het ijs heen worstelden in de hoop het smelten voor te zijn, hoorden we van grote afstand een andere meneer door het park heen komen. We konden vrij goed horen dat hij bij een groepje hoorde en dat hij als koning eenoog de andere blinden door het park heen loodste. De grootste onzin kwam in een niet aflatende stroom woorden voorbij. We werden er al moe van terwijl hij ons passeerde, maar om vijf uur – toen het park dicht ging – kwamen we hem bij de uitgang weer tegen en was hij nog steeds aan het kletsen en ratelen. Hij leek alleen wel een deel van zijn oorspronkelijke publiek ergens verloren te zijn.

Voor ons was het ook tijd om te vertrekken, dus liepen we naar de tram richting ons hotel. Alarmsignalen en sirenes kwamen in de verte ons tegemoet. Omdat dit – naast het vele openbare dronkenschap – de eerste opzienbarende gebeurtenis in Scandinavië zou worden, vroegen we ons toch af wat er aan de hand was. Het antwoord kwam onze kant op in de vorm van een stoet van een man of vijftig in rode shirtjes met het logo van Jysk erop. Het bleek de harde kern van de lokale voetbalclub te zijn die over de stoep marcheerde en luid brallend zichzelf kenbaar maakte aan de rest van de buitenwereld. Geheel naïef en onwetend kruisten onze paden. Ongeschonden kwamen we uit deze ontmoeting, maar als we de twee ME-busjes en politiewagens met zwaailichten die de groep stapvoets volgden mogen geloven, was dat puur geluk.

Heelhuids keerden we terug, met de conclusie dat al die drank die we op de ferry taxfree ingeladen zagen worden, hier vrij makkelijk zijn weg vindt en op een bepaalde manier wel weer teruggeven wordt aan de maatschappij.