Eigenlijk had dit stukje al gisterenavond op dit blog moeten staan, maar dat is evident niet gelukt.
Vanuit Albanië zijn we namelijk met de boot de Ionische Zee overgestoken vanuit Vlorë naar Brindisi. Een trip die deze boot ongeveer elke dag aflegt – al zou je dat niet zeggen en toch ook weer wel.
Bij de haven mochten we naar binnen, maar moesten we weer naar buiten voor het inchecken. Om 15:00 zou de boot vertrekken en vijf uur later zouden we dan in Italië aankomen. Zou. Rond een uur of twaalf hadden we ingecheckt, de ‘paspoortcontrole’ gehad en waren we de boot aan het oprijden toen een meneer in gebroken Engels vertelde dat alle bijrijders als voetgangers de boot op moesten. Vervolgens kwam er nog een meneer die wat van onze tickets scheurde die de chauffeur dan weer bij zich moest houden en daarna kwam er nog een meneer die de tickets scande. Maar we waren aan boord van onze zeeschuimer.
Een schip wat overduidelijk betere tijden had gekend. In Kroatië. Alles stond in het Kroatisch en ergens waren nog halfslachtige pogingen gedaan om dan in ieder geval de plattegrond naar iets niet-Kroatisch te vertalen. De bemanning riep iets rond in het Albanees en Italiaans.
Samen met ontzettend veel Italianen kon het wachten beginnen. Het werd 15:00, het werd 15:15, het werd 15:33 en we vertrokken.
Waar op de boot naar Finland de complete Finse passagiersgroep los ging op de karaoke en de goedkope drank en waar op de boot naar Engeland vooral de tax-free winkel voor entertainment zorgde, was er op deze boot niets. Geen winkel om belasting te ontwijken, geen entertainment, na een uur was het eten al op of niet om aan te gluren en over de toiletten hebben we het maar niet.
Maar de overtocht zou maar vijf uur duren, toch? Tot we op een kilometer of twintig van de haven van Brindisi strandden. Er werd eerst iets omgeroepen in het Italiaans – het Albanees was nu blijkbaar ook niet meer nodig. Daar dreven we dan. De kapitein vertelde uiteindelijk in onduidelijk Engels dat de haven van Brindisi vol was, dus dat we even moesten wachten tot er plek was. En dat was het. De veerboot die bijna dagelijks vanuit Albanië naar Brindisi voer had geen plek in de haven. Alsof je dat schip niet kon verwachten en ineens de haven overspoeld werd door honderden passagiers.
Uiteindelijk meerden we rond elf uur aan en om half twaalf ‘s avonds mochten we weer in de rij voor de paspoortcontrole. Benvenuto!