Just another bump in the road – Kolomya (UA)

Omdat Lvov-Chisinau een vrij lange afstand is, hadden we gekozen om door de Karpaten naar de Moldavische grens te reizen. Dat is iets waar we absoluut geen spijt van hebben. Vandaag zijn we vanuit het noordelijke gedeelte van de Oekraïense Karpaten naar het zuidelijke gedeelte gereden. Een afstand die niet heel groot is, maar door de wegen wel lang. Ook hier werden we geconfronteerd met het landelijke karakter van de Karpaten: we zaten vast in een kudde schapen…

Kort daarna werd de weg wel erg avontuurlijk, dus besloten we om onze uitgezette route niet te vervolgen, maar om een stukje terug te rijden en op die manier sneller bij de grote weg te komen. De komende alinea’s beslaan in tijd een uur of acht, qua kilometers een stuk of 180.

De avontuurlijke weg was eerst asfalt met diepe kuilen, maar werd daarna gravel. Het had ook nog geregend dus we konden door de plassen niet zien hoe diep de kuilen waren. En op deze manier hebben we onze eigen aflevering van De gevaarlijkste wegen van de wereld gecreëerd. We besloten om op een idyllisch plekje even te pauzeren om daarna om te keren naar de ‘grote weg’. Ons plekje werd gedeeld met een boer en twee koeien, een mooi snelstromend beekje en een fantastisch uitzicht op de bergen.

Iets verderop onderweg, maar nog steeds in the middle of nowhere kwamen we de zoveelste Jehova’s getuigen tegen die erg actief zijn in West-Oekraïne. We vertrouwden inmiddels volledig op onze Russische navigatie omdat dat de enige navigatie was die ons de avontuurlijke weg had afgeraden. Helaas voor ons raadde de Russische navigatie een bijna even avontuurlijke route aan. Maar volgens de navigatie was dat echt de kortste en beste manier om bij de ‘grote weg’ te komen. Wat volgde was een bergweggetje van 20 kilometer met spectaculaire afgronden zonder vangrail dat was afgewerkt met… gravel.

Een hobbelig uur en vele magnifieke uitzichten later hadden we onze tweede aflevering van De gevaarlijkste wegen van de wereld te pakken. Het weggetje eindigde in het Roemeense gedeelte van Oekraïne waar volgens alle kaarten de ‘grote weg’ zou liggen. Behalve veel half afgebouwde huizen en veel Tsjechische nummerborden zagen we vooral heel veel kuilen. Diepe kuilen. Kuilen zo diep dat we er amper harder konden rijden dan op ons bergweggetje met gravel. De plaatsnamen stonden zowel in het Oekraïens als in het Roemeens aangegeven. Maar daar had alleen de bijrijdster oog voor. Op een gegeven moment werden de kuilen minder en de weg beter. Hier zagen we, in de uithoek van Oekraïne ineens erg veel blauw en geel. We waren aangekomen aan de Oekraïens-Roemeense grens. De grens wordt gevormd door de rivier de Lug. De route was prachtig. Het was zo verschrikkelijk mooi. En de grens was ronduit fascinerend. De rivier is namelijk niet heel breed en behalve een flinke stroming niet heel erg heftig. Zowel aan de Roemeense als aan de Oekraïense kant waren vrijwel geen bewaking, camera’s of ook maar iets te zien. Dus mocht je een keer illegaal de EU in willen als Oekraïner, dan moet je het daar doen (heeft inmiddels geen nut meer, want ook Oekraïners mogen visumvrij de EU in). Af en toe zagen we een geel-blauwe houten grenspaal en soms wat prikkeldraad. We telden twee bordjes met waarschuwingen voor een naderende grens en het gevaar van papierloos aan de verkeerde kant belanden.

Na toch wel een flink aantal kilometers verlieten we de grensweg (en het Roemeense en daardoor gratis telefoonnetwerk) en slingerden we terug de bergen in. Al waren we de bergen nooit echt uitgereden. Op onze ‘grote weg’, die de rivier de Lug volgt, kwamen we meerdere houten hangbruggen tegen die we natuurlijk even moesten uitproberen (te voet). Die hangbruggen zien we vanavond terug in onze dromen. Iets met loszittend hout en een bergrivier.

Na deze mooie landschappen en vergezichten zagen we dan toch eindelijk Kolomya liggen. Ons hotel hebben we in recordtijd gevonden. Het stond ook wel heel onoosteuropees goed aangegeven. In een verrassend hip tentje hebben we lekker gegeten en geprobeerd om de vele indrukken van vandaag op een rijtje te krijgen. In de link onder foto’s aan de zijkant of onderaan de pagina kunt u met het wachtwoord lezer inloggen en kunt u ook een indruk van de Karpaten en de ‘wegen’ krijgen. Wij vinden het, als u van avontuur houdt, een absolute aanrader!

Sterk verhaal – Lalovo (UA)

In de buurt van Lalovo ligt het kasteel van Palanok. Daar zijn we vandaag naartoe gegaan. In het kasteel waren verschillende tentoonstellingen en monumenten. Een tentoonstelling ging over de burgeroorlog in Oost-Oekraïne. Toen Dhr. De Mol wat wilde aanwijzen op een kaart hoorden we een vrij harde staccato DÒWNT. TÀTSJ. PLIES. van het zaalmannetje. Verder hebben we ons gedragen. Daarnaast vielen de vele monumenten en tentoonstellingen van en door Hongaren op. Op zich hebben ze een recht van spreken, maar dit gebied is ook Oostenrijks, Tsjechoslowaaks en Sovjet geweest. Bovendien waren het de Hongaren die toch wel een behoorlijke verantwoordelijkheid hebben voor het verdwijnen van de flinke Joodse gemeenschap in het dorp Mukachevo bij het kasteel tijdens de Tweede Wereldoorlog. Maar dat geheel terzijde (dat dachten de Oekraïners en Hongaren ook, want de hele geschiedenis van die regio kun je in de tentoonstellingen bekijken, behalve die geschiedenis…). Verder was het heel interessant om een tentoonstelling over een Hongaarse taalhervormer te bekijken in een verder Oekraïens kasteel (met Oekraïense vlag op de top). Afijn, verder hebben we niets tegen Hongaren. Hun aanwezigheid was alleen wat bevreemdend. En oké, vanuit dat kasteel hebben de Hongaren voor hun onafhankelijkheid gevochten, maar in de kelders zat ook een Griekse dissident opgesloten en daar zie je geen tentoonstelling over. De verhouding was gewoon een beetje zoek.

Het uitzicht was schitterend. Het kasteel ligt op een heuvel in een vallei, dus we konden mooi over de vlaktes naar Hongarije en Slowakije kijken en we hadden goed zicht op de Oekraïense Karpaten aan de andere kant. Sommige delen van kasteel roken naar verflucht meets diesel. Dat was wel wat overweldigend, zeg maar. Maar het betekent wel dat over een tijdje het kasteel opgeknapt is 🙂

Na alle kastelen, klinkers en kuilen kwamen we bij de supermarkt. Mukachevo had niet alleen een grote Joodse populatie, maar er woonden ook veel Russen, Duitsers en Roma. Die laatsten kwamen al tegen op de parkeerplaats bij het kasteel, maar er doken er ook wat op bij de supermarkt. Hoewel we met een open houding Oost-Europa willen benaderen hebben we ook zat verhalen en waarschuwingen gehoord van de mensen die we in Oost-Europa kennen. De Roma-bevolking wordt door de rest uitgespuugd, maar heeft haar reputatie ook niet meezitten. We hebben voor de zekerheid de auto op slot gedaan terwijl we langs hen reden, maar o, wat voelt dat toch ook fout.

Sterk water – Lalovo (UA)

Gisteren in Lvov hadden we heerlijk weer: niet te warm, niet te fris, af en toe een windje. Kortom genieten. Vandaag regende het daar dus was het tijd voor de Molletjes om naar de Karpaten te rijden. Deze bergen liggen ten zuiden van Lvov. Aan alles merkten we dat we de stad uit waren:

– We hebben namelijk bijna een kip aangereden.
– De (snel-)weg werd bevolkt door fietsers, paarden en wagens.
– Er bestaat een verkeersbord “verboden voor paard en wagen”.
– De kinderkopjes zijn niet vervangen.
– In plaats van een verkeerslicht om verkeer te regelen bij wegwerkzaamheden (door een Turks bedrijf) stonden er twee mannetjes met een rode en een groene vlag (waarschijnlijk zou dat ook nog goedkoper dan een lichtje zijn).
– Om vijf uur kwamen de koeien naar huis lopen en die moeten dat natuurlijk over de weg doen (gelukken hadden die van die grote bellen).
– En wat natuurlijk ook een hint van landelijk gebied was, waren de dikke witte rookwalmen van kleine onkruidhoopjes die het liefst direct naast de weg werden verbrand.

De weg werd langzaam maar zeker steeds basaler totdat we uiteindelijk over kuilen, losse stenen en zand reden (de TomTom dacht dat dat een goed idee was). Wat wil je ook als je de Karpaten gaat bezoeken.

Na een kleine drie uur rijden kwamen we aan bij een waterval die we voor 20 hryvnia (€0,60) mochten bekijken. Wat frappant was, was dat de mensen die de 20 hryvnia inden militairen waren. Je zou toch zeggen dat die ergens anders harder nodig zijn… De waterval is zeer de moeite waard en lijkt nog niet heel bekend (lees: toeristisch). Het was er erg rustig en de buitenlanders die we tegenkwamen kwamen uit Zuidoost-Polen, Slowakije en Tsjechië wat allemaal toch dicht in de buurt ligt.

In deze streek worden er ook veel eigengemaakte sappen en wijnen verkocht. De wijnen zijn niet de wijnen die u zich nu voorstelt. Denk aan een glazen fles. Doe daar dan een soort van goedje in met de kleur van wodka. Voeg daar wat bossige dingen aan toe (dennenappels, bessen, takjes of kruiden). Laat dit trekken en het ziet er bijzonder uit. Een verkoopster liet ons proeven en het smaakt echt lekker. Het lijkt alleen alsof je de Karpatische natuur op sterk water mee naar huis neemt (wat eigenlijk ook wel zo is…).

Na de waterval reden we door naar ons hotel dat lijkt op ons hotel in Zhytomyr vorig jaar. Klein verschil: hier spreekt het personeel echt alleen Oekraïens. En wij niet…

Exodus – Lvov (UA)

We zijn in Lvov, Oekraïne. De heenreis ging voorspoedig. De ene helft van de Spoetnikjes had alleen de pech op dat ene weggetje te rijden dat Polen nog niet heeft aangepakt. Gelukkig was dit weggetje ‘slechts’ een luttele zeventig kilometer. Gestuiter alom dus. Afijn, de rest van Polen is qua infrastructuur dus wel opgeknapt en zodoende hebben we de 1400 kilometer naar de Oekraïense grens goed en snel kunnen afleggen. Vandaag mochten we achteraansluiten bij de grote “inodus” van alle Oekraïners die uit hun diaspora voor een zomer weer terugkeren. De grens was onderbezet waardoor de paspoortcontrole erg lang duurde en onze auto niet gecontroleerd is. Voor de verandering moesten we ook een kopie van ons paspoort maken aan het eind van een gangenstelsel in de donkere kelder van een klein KGB-achtig gebouw wat op zich ook al weer een avontuur op zichzelf was. Een kleine acht uur (!) later stonden we dan toch echt in Oekraïne waar we prompt een straathond bijna voor z’n sokken reden.

In Lvov was het weer het gebruikelijke zoeken naar de logica van huisnummering. De logica hebben we tot op heden nog steeds niet gevonden, het hotel wel – dat lag op een dvor, binnenplaats. Op zich maakt dat het zoeken naar je bed niet per se makkelijker, maar de sfeer is er wel beter en het is rustiger dan aan een straat. De jongen van het hotel stond te trappelen om ons te helpen en na acht uur wachten bij de grens konden we niet meer assertief genoeg zijn om zijn hulp af te slaan. In recordtijd stonden onze koffers boven en de auto op een parkeerplaats.

De ‘grote’ vakantie

Tja, ben je eerst een week in Sint-Petersburg en dan ga je nu op vakantie. Er zijn vervelendere maanden in het leven. We gaan dus zeer binnenkort weer op weg naar Oost-Europa. Dit keer zijn Oekraïne en Moldavië aan de beurt. En we gaan niet alleen! Liza en Steve (of Leze en Stiva zoals de pater famolias in de haast heeft gepleegd te zeggen waardoor we nu elke keer moeten nadenken als we hun namen achter elkaar uitspreken) gaan een deel van de reis mee. Wie zijn dit? Liza’s moeder en de moeder van Mrs. De Mol zijn zussen en Steve is de man van Liza. Omdat deze lieve mensen onze gezelschap voor de komende weken zijn en tot nu toe iedereen op de blog een alias heeft gehad (en het in dit geval ook nadenken scheelt), dopen we ze voor deze blog de Spoetnikjes – reisgenootjes.

Chaos

Het ging allemaal zo soepeltjes vandaag dat er wel een addertje onder het gras moet zitten (wat blijkt: op het moment dat ik dit typ, krijgen we bericht dat de vlucht vertraagd is). De portier wenste ons een goede reis en vroeg of we wel nog een keer terugkwamen. De bus was nagenoeg leeg (we hadden van de week een vrouwtje bij de metro koffers zien opmeten om te kijken of er een extra kaartje gekocht moest worden, dus we kozen voor de bus). De tweede bus was ook leeg en nieuw. We gingen met bus 39-э en vroegen ons af waarvoor de э voor stond aangezien die letter niet logisch was en er een normale bus 39 was. Het bleek de snelbus te zijn wat de busjuffrouw nog al pittig door de bus heen schreeuwde om dat bekend te maken. Een mannetje had dit niet helemaal meegekregen en raakte in lichte paniek toen hij zijn halte dreigde te missen. Een discussie met de busjuffrouw en passagiers volgde en het mannetje stapte verontwaardigd uit. De busjuffrouw moest daarna vreselijk lachen. In deze bus hebben we nog heerlijk Russische ogenblikken meegemaakt toen de bus het Plein van de Opstand moest oversteken. Denk drie rijbanen met belijning, vijf rijen auto’s naast elkaar, mensen die haaks met hun auto in die rijen staan, mensen die hun auto uitladen terwijl ze haaks in die rijen staan, mensen die wat te compenseren hebben, een hoop getoeter en een bus die hier dus dwars doorheen moet oversteken. Een kwartier later met een hoop leedvermaak en teleurgestelde chauffeurs die blijkbaar niet intimiderend genoeg werden geacht door de buschauffeur, waren we dan toch echt op weg naar het vliegveld. Ook hier ging alles voorspoedig, dus nu wachten we op onze laatste blini’s en slijten we onze laatste uren in Rusland op het vliegveld van Sint-Petersburg. We hebben een geweldige week achter de rug en nog meer verhalen en foto’s dan die op de blog staan, maar voor nu: Do vstrechi!

Labyrint

Het was de hoogste tijd om naar het Grote Doolhof, alias Hermitage, te gaan. Het NIP had voor ons geregeld dat we langs alle rijen gratis naar binnen mochten. Bovendien is het Hermitage het hoogtepunt van Sint-Petersburg, dus we moesten toch wel een keertje langs gaan. Daarnaast was het vandaag erg warm, dus het was de juiste dag om in een geconditioneerde ruimte te verblijven. Het aangename met het nuttige verenigen, zeg maar.

Onderweg kwamen we een boekenmarkt tegen. Daar verkochten ze kalenders met Poetin en het thema “back to the USSR”. Waarschijnlijk is Rusland, samen met China, het enige land ter wereld waar je kalenders kunt verkopen met het onderwerp om terug te keren naar een oud regime.

Eenmaal in het Hermitage viel op hoe mooi en schoon het gebouw is, zelfs de WC’s waren brandschoon. Bij het bakje met plattegronden waren alleen Spaanse en Russische te vinden tot de grote ontsteltenis van een paar Amerikaanse toeristen achter ons. Maar op de plattegrond stonden fotootjes van de belangrijkste voorwerpen, dus de letters van de talen had je in principe niet nodig. Dat we zelf een aantal keer verdwaalden in het immense gebouw had dan natuurlijk ook niets te maken met de plattegrond. Echt niet.

Goed, het Hermitage is dus groot en onlogisch, maar dus ook mooi. Alleen al voor het gebouw zou je ernaartoe moeten gaan. De plafonds zijn schitterend en soms meer de moeite waard dan de enorme collectie aan schilderijen. Bij Rembrandt stak Mme De Mol boven alle Chinezen uit, wat het maken van een foto voor een keer wat makkelijker maakte. Tot grote ergernis van de mannelijke helft van ons twee zwermden de Chinezen in plukjes rond waardoor de drukte niet gespreid maar gepiekt was. Verder hebben we alle Nederlandse meesters én Zurbaran gezien. In een van die hoge zalen kreeg een van ons twee de hik, waardoor het vrouwtje dat daar de norse zaalwacht moest doen uiteindelijk zelfs moest lachen. De zaal was namelijk behoorlijk ‘akoestisch’ volgens haar…

Omdat die schilderijen in zat boeken staan en al wel bekend zijn, zijn we ook naar de vleugel van de ‘endemische’ schatten gegaan. Deze vleugel was nagenoeg uitgestorven wat echt zonde is. Persoonlijk vonden we dit namelijk het beste gedeelte van het Hermitage (en dat had dit keer niet eens zozeer te maken met het aantal mensen dat daar was). Dit is het gedeelte wat verder niet zo vaak te zien is. Opgegraven voorwerpen van de Kaukasus, Centraal-Azië en Siberië gaven ons een inkijkje in oude, vergane en onbekende culturen. Dat dit ook het gebied is waar de reden van deze reis over ging maakte het alleen maar boeiender.

Om zes uur was het tijd om weg te gaan wat ons op de Russische manier werd duidelijk gemaakt. De zaalwacht riep heel staccato om stipt zes uur: “Uitgang!”. En om zeven over zes werd ook het binnenplein van het Hermitage schoongeveegd en stond iedereen op het plein ervoor.

Voor de laatste keer deze week liepen we over de Nevsky Prospekt naar de bus, waar Mme De Mol op de valreep nog werd aangezien voor een etnisch Russische en informatiebron voor de weg. De portier van ons complex begint zich ook aan ons te hechten en wenste ons een goede nacht. Maar dit kan ook schijn zijn, want hij heeft eerder deze week flink op z’n sodemieter gehad, omdat hij ons zaterdag had buitengesloten. Enfin, wij gaan hier onze koffers inpakken om morgen voor het laatst met OV naar het vliegveld te gaan. Dit keer gaan we buiten de spits. Wel zo prettig.

Spektakel

Vandaag zijn we naar het Smolnyklooster geweest en ook hier was een slijptol in de kerk duidelijk aanwezig. Op dit moment wordt de kerk verbouwd wat het absurde beeld oplevert van her en der plukjes iconen lukraak neergezet, maagdelijk witte muren en kroonluchters in plastic. Het ziet eruit alsof er een hele nette beeldenstorm doorheen geraasd is. Bij de uitgang stond een mandje met sjaaltjes voor de vrouwen die de hunne waren vergeten. Het bakje stond alleen zo onopvallend dat alleen de vrouwen die de kaarsjes verkopen een sjaaltje om hadden. De rest van het vrouwelijk publiek was in verwarring of je nu je hoofd moest bedekken in een kerk in verbouwing in een klooster waar ook de staatuniversiteit zit.

Na het klooster stapten we op de bus op een plein met smeltende teernaden (hoewel het niet zo warm is) en de legendarische naam Plein van de Proletarische Dictatuur. Je kunt veel over de Russen zeggen, maar niet dat ze geen bombastische straatnamen kunnen verzinnen. We wilden naar het museum over de Omsingeling en Verdediging van Leningrad. We hadden van tevoren nog gecheckt of het museum open zou zijn omdat de woensdag de Russische maandag is. Volgens de website was het museum open, maar wel later dan normaal. Het museum was dicht. Verbouwing. Tja, die stond dan weer niet op de website. Een vrouwtje in het dichte museum zag onze sippe gezichten waarschijnlijk en kwam naar buiten gerend met een lijstje met alternatieven. Blijkt dat er dus nog een stuk of zes musea gewijd zijn aan Sint-Petersburg in de Tweede Wereldoorlog. Hadden we helaas geen tijd voor, want we werden op het NIP verwacht.

Na de verplichting op het NIP (afsluiting van het academisch jaar) gingen we weer naar de bioscoop. Gewoon omdat het kan en het zo goedkoop is. Klinkt decadent, maar die decadentie valt in het niet bij de bioscoopstoelen die we voor een schandalig lage prijs kregen. Het waren trouwens geen stoelen, maar een lekkere, zachte tweepersoonsbank, met een tafel en een telefoon om naar de bar te bellen voor eventuele bestellingen. Ik vroeg me – los van of het moreel goed is om zoiets tijdens een filmvertoning te doen – af of dat zou werken, want beneden hadden we een bordje gezien met “technische pauze”, wat een Russisch bombastisch eufemisme is voor “kaduuk”. We hadden echter ons restantje popcorn (lees: de halve emmer) van de vorige bioscoopronde mee naar binnen gesmokkeld en genietend van onze verse halve liters frisdrank hebben we de avond doorgebracht in een verborgen bioscoop in een dvor aan de Nevsky Prospekt.

Luid en duidelijk

*DO NOT TRY THIS IN RUSSIA*

Vandaag was de dag met de afspraken met de mensen van het NIP. Ontzettend lieve mensen die handige dingen weten. Om u niet te vermoeien met namen die u niets zeggen springen we nu naar de avond. Wat u hierover moet weten is dat Argentinië-Nigeria vanavond in Sint-Petersburg speelt.

Dat gezegd hebbende, we gingen met de metro naar Vasilievskijeiland, om zes uur. Dat betekende spits, maar ook hordes voetbalfans die ook naar Vasilievskijeiland moesten. Het hielp niet dat een roltrap kapot was, dus drukte alom in de metro. Daar ergens tussen liepen dus de Russische forenzen, wij en de vijfde Nigeriaan die we tijdens ons verblijf tot nu toe hebben gezien. De verhouding Nigerianen-Argentijnen is nogal uit het lood. Want de Argentijnen waren namelijk vijf tot de vijfde macht alleen al in onze wagon aanwezig. Argentijnen zijn ook net als Amerikanen: ze kunnen niet zachtjes doen. Er werd luid gezongen, geschreeuwd en begroet. Maar zelfs de route die tussen een man of drie besproken werd moest op volume standje doof bediscussieerd worden. Enfin, we waren op Vasilievskijeiland. Daar kwamen we een fotozaakje tegen waar we maar meteen Rusland-proof pasfoto’s hebben laten maken. Vonden we zelf nogal slim, omdat het hier goedkoper is en je weet zeker dat de foto’s voldoen aan de Russische voorwaarden. De winkelmannetjes vonden ons maar vreemd. Vervolgens kwamen we in een leuk universiteitsboekhandeltje waar een dode duif voor de ingang lag. Verder is het Vasilievskijeiland een leuke buurt, netjes en modern. We trokken verder naar de ‘zee’. En hier komen we bij het deel waar de waarschuwing boven dit verhaal op slaat. We zijn naar de ‘zee’ gegaan, maar die ligt daar naast het voetbalstadion waar dus ook alle Argentijnen en vijf Nigerianen naartoe gingen. Het was er vergeven van de politie en op strategische plekken was de straat afgesloten. Omdat we toch wel graag de ‘zee’ wilden zien, moesten we aan een politieagent de weg vragen. Mocht u ooit in Rusland zijn: Doe dit NOOIT! Nu kon het vanwege het WK, want iedereen in uniform moet zich gedragen, maar normaal is het het stomste wat je kunt doen, tenzij je graag een ‘plaatstelijke boete’ betaalt. Maar goed, er kan nu iets van de bucketlist van de vrouwelijke helft van fam. De Mol-van Valen.

We vroegen dus de weg. Fout nummer 1: Mme De Mol vroeg naar het strand. Is er niet. Poging 2 en fout nummer 2: Mme De Mol vroeg naar de ‘zee’. Is er ook niet: het is de Finse Golf. Ja ja, dat maakt uit, want anders konden de agenten niet de weg wijzen. Uiteindelijk hebben we toch de zee gezien, waar we genoten van de ondergaande zon. We hebben niet gewacht tot hij onder was, want dat duurt hier in Sint-Petersburg wat lang.