Zonnebloemen – Zhytomyr, Oekraïne

We zijn in Oekraïne – of de Oekraïne. Hangt van uw kijk op Oekraïne af. Ik dwaal af, we zijn in Oekraïne. 

De dag begon zo typisch, want tot onze stomme verbazing was het grensdorp waar we verbleven in één nacht (ja, echt!) compleet opnieuw geasfalteerd. Hoe dan! We hebben uiteindelijk 551 kilometer gereden door uitgestrekte velden met zonnebloemen over helaas niet allemaal vers geasfalteerde wegen. Overal in Oekraïne waren zonnebloemen en ze stonden mooi in bloei! We zullen hier de komende week blijven. Het hotel is echt absurd luxe voor een absurd lage prijs. Met ontbijt inbegrepen. In Oekraïne liggen de prijzen sowieso heel anders. We hebben vanavond bij de MacDonalds gegeten voor omgerekend vijf euro. Voor een Oekraïener is dit een dertigste van het maandloon. Alsof we niet voor vijf, maar voor honderd euro hebben gegeten…

Dit keer hebben we vier uur over de grens gedaan. We hadden de snelste grensovergang gekozen, maar behalve de douane die controleert, werd ook de douane zelf gecontroleerd. Dus alles moest dubbel. Paspoorten werden dus twee keer naar een non-discript gebouwtje meegenomen en we werden dubbel chagrijnig aangekeken. Tel daar ook de Russische douane bij op en we hadden een mooie ochtend. Hoewel, zowel bij de Russische douane, als bij de Oekraïense douane een vrolijke noot zat. De Rus kon lachen om de kleur van onze Lada, a.k.a. Spoetink (“groen”), de Oekraïner zei ons in het Nederlands goedendag bij het overhandigen van de paspoorten. Dat maakte de vier uur wachten in de zon weer de moeite waard.

Controle! – Ryl’sk, Rusland

Zoals al eerder gezegd is de af te leggen afstand onevenredig aan het aantal indrukken. Vandaag was geen uitzondering. We vertrokken vanaf ons hotel dat naast de Lubyanka* zit (over controle gesproken…) de beruchte Moskouse spits in, die reuze meeviel. Op het moment dat Gerard de vorige blog schreef over de dashcam was er nog niet zo veel spannends gebeurd, maar we moesten tanken en daar kwam het. In Rusland moet je eerst betalen en daarna kun je pas tanken. Bij het betalen moesten eigenlijk alle alarmbellen al op rood springen. De dame was aan het bellen en het lukte haar niet helemaal. En toen kwamen wij tien hele liters benzine tanken. Met een pinpas. Moeilijkheden alom. Na een kwartier, een handtekening en een stempel op de bon verder konden we gaan tanken, dachten we. Maar de pomp deed het niet. Of eigenlijk, allebei de 95-ongeloodpompen deden het niet. Dus weer terug naar de dame, die ons geïrriteerd aankeek: begrijp je dit echt niet? Zuchtend riep ze door de microfoon of Misha kon komen, maar Misha kwam niet dus ze moest wel met ons meelopen. Bij de pomp kregen we een hele preek dat we wel de goede pomp moesten gebruiken en snapten we het dan echt niet? Totdat Mrs. De Mol fijntjes uitlegde dat allebei de pompen het niet deden. Zwijgend pakte de dame de andere pomp en helaas voor haar, inderdaad geen domme toeristen, maar een pomp die het niet deed. Met een gezicht dat op onweer stond rende ze terug naar de intercom om nu schreeuwend Misha naar haar toe te sommeren. Misha was echter aan het grasmaaien, dus die hoorde de intercom nog steeds niet. Dikke paniek. Woedender dan eerst rende de dame naar Misha en met veel gebaren werd de arme Misha op ons afgestuurd. Misha, de allerliefste man, kreeg de pomp aan de praat en kreeg het ook nog eens voor elkaar om er nog drie liter extra in te krijgen. Volgens mij was Misha de chaos wel gewend, want onder tanken mompelde hij nog wat over de paniek. Misha, held, we denken aan je bij de komende tankstations!

Dachten we alles gehad te hebben, dan is daar nog het fenomeen politiecontrole. Tijdens ons verblijf in Rusland nooit gecontroleerd. Vandaag binnen honderd kilometer twee keer. De eerste keer moest de hele papierwinkel gecheckt worden (nu klopte die wel). De tweede keer kon de agent bijna de verbazing niet van z’n gezicht houden. Danig onder de indruk van het feit dat we alle papieren al (lees: nog) klaar hadden liggen, vroeg hij hoe ver we hadden gereden. Nee, het was goed zo. Alleen de paspoorten maar. In orde, goede reis. Wegrijdend, zagen we in onze achteruitkijkspiegel de agent ons nakijken.

Inmiddels zijn we in Ryl’sk, een dorp met 15.000 zielen vlakbij de Oekraïense grens. We zitten met ons raam boven een veld lavendel, dus van muggen zullen we geen last hebben (zie foto). Ons onderkomen is goed en ook hier is het vrouwtje dat alles bestiert geweldig. Dit is waarom we van Rusland houden!

* De Lubyanka is het oude kantoor van de geheime dienst. Hier werden mensen verhoord en terecht gesteld.


To Russia with love – Moskou, Rusland

We zijn in Moskou! En wat een heerlijke stad is dat. Het is heel anders dan Sint-Petersburg, minder westers. Na een rondleiding door het centrum zijn we met de beroemde metro naar de Arbat gegaan. De Arbat is dé Russische winkelstraat en eerlijk is eerlijk, het is erg gezellig daar. Vervolgens weer met de metro, die overigens nagenoeg niets kost (55 roebel/0,81 euro per rit en aan zones doen de Russen niet), naar de boekwinkel Moskva aan de Tverskayastraat. Boekwinkels zijn hoe dan ook een geliefde plek voor ons, maar deze heeft een stukje van ons hart veroverd. We hebben namelijk een Asterix & Obelix in het Russisch te pakken gekregen. Nieuw in Rusland, een ouwe gouwe voor ons. 

De dame van ons hotel gaat ons waarschijnlijk missen. Elke keer als we langslopen krijgen we uitgebreid verslag hoe onze Lada, a.k.a. Spoetnik, erbij staat. Volgens de laatste rapporten gaat het goed met ons beestje. Morgen de grote uitdaging: hoe krijgen we hem van het erf waar we hem het veel gedoe op hebben gekregen.

Saillant detail: vandaag stond er weer iemand bij de beruchte poort en kon hij er niet in. Hetzelfde mannetje van gisteren kwam langslopen en kreeg dezelfde vraag die Mrs. De Mol stelde. Deze meneer werd ook gewogen, maar was te licht bevonden: njet, ik kan u niet helpen”. Of de wanhoop droop van ons af, of we hebben een gunfactor. We vrezen het eerste…

En er klommen kikkers uit en zij bedekten het land – Moskou, Rusland

Vandaag was dus de dag dat we van Sint-Petersburg naar Moskou reden. Een tocht van een luttele 717 kilometer waar we eigenlijk niet eens zo heel lang over deden. Maar in Rusland is de lengte van de reis onevenredig aan de indrukken die je opdoet. De weg zelf was goed (tol à 1,60 per 163 km), redelijk (zonder tol) tot Belgisch (zonder tol, zonder lijnen, met kuilen). Tel daar de regen bij op en je hebt een intensieve rit. We begonnen bijna aan het landklimaat van Rusland te twijfelen toen het “vlakbij” Moskou (250 km verwijderd) toch open begon te trekken. Hoewel er overal parkeerplaatsen zijn, zitten in de landelijke gebieden overal vrouwtjes en oude mannetjes direct langs de weg om fruit, paddenstoelen of vilten laarzen te verkopen. Het fruit en de paddenstoelen zijn netjes ingemaakt in glazen potjes en de laarzen hangen onder doorzichtig douchegordijn (mam, leest u mee?) om verregenen te voorkomen. Verder is het leeg. Behalve op die ene parkeerplek waar we gingen wisselen. Daar werden we vergezeld door iets wat alleen te vergelijken is met de tweede plaag van de Tien Plagen in Egypte: kikkers. En veel. In eerste instantie hadden we het niet door totdat de zwarte spikkeltjes bleken te springen. Dan word je je ineens bewust van hoeveel zwarte spikkeltjes al onder je schoen zitten en ook dat je niet in onschuld de parkeerplaats kunt verlaten. We hopen dat het geen met uitsterven bedreigde kikkertjes zijn…

In Moskou kregen we een déja vu. Het hotel was niet te vinden en dit keer was er ook geen parkeerplek om even rustig te kijken. We vonden uiteindelijk het erf van het hotel, maar waar was de ingang en kon de poort ook helemaal open, zodat de Lada, a.k.a. Spoetnik, ook van de straat kon? De vrouwelijke helft ging wel even kijken en vragen. Zonder telefoon. Biggest mistake ever. Iets met opgesloten in een trappenhuis zitten. Volgens een christelijk gezegde gaat een andere deur open, wanneer er eentje voor je dicht is gegaan. In dit geval klopte de metafoor en werd onze Russofiel meegenomen door een mannetje naar een achterafkamer waar hij met veel gebaar de goedgunstigheid smeekte van de vrouw die het erf en de poort bestierde (zie filmpje hier beneden). Blijkbaar had Tessa genade gevonden, want de poort ging open, terwijl het hotel dus toch niet daar zat. Na wat bellen vonden we de vrouw van ons hotel – weer een kommunalka. De vrouw van het hotel heeft in een lange ratelzin de regels van het hotel, de werking van de afstandsbediening en de prijs verteld. Toch zat onze Lada ons dwars omdat we niet wisten of hij nu goed stond. Ergens in een spatie van haar verhaal wisten we de vraag te stellen. Het werd haar niet meteen duidelijk wat we bedoelden. Hoe waren we daar gekomen, hadden we aan de poort staan trekken. Nadat we uitgelegd hadden dat mevrouw De Mol was wezen rondvragen, zijn we waarschijnlijk op de ladder des aanziens gestegen, want met enig ontzag en vermaak kreeg Tessa de naam molodets – goed gedaan, kind. 

Zondag, rustdag – Sint-Petersburg, Rusland

Vandaag is het zondag en dat merken we vooral aan onszelf. We hebben intensief gereisd en de moeheid kwam er vandaag uit. Gelukkig is Sint-Petersburg relatief klein en zit alles dichtbij. Met een goede wandeling door de stad hebben we dus toch nog veel kunnen zien. Rusland is mooi, omdat het onverwachts is. Een man die zich met een zeer goed werkende geluidsbox op een steekkarretje lopend door de menigte een weg baant over de Nevskiy Prospekt. ‘s Nachts alle bruggen open voor de scheepvaart, zodat bewoners sommige eilanden niet meer af kunnen. Het Hermitage (en dat is serieus groot) een ander kleurtje verf geven eens in de vijftig jaar. Natuurlijk! In Rusland kijkt niemand ervan op (ook niemand behalve wij keek naar de meneer met de geluidsbox – het moge duidelijk zijn dat wij toeristen zijn).

Sint-Petersburg is westers. Nu is dat op zich niets nieuws, maar werkelijk. Overal zien we westerse winkels en het helpt niet dat Peter de Grote zich liet inspireren door Europese architectuur. Toch zien we dus af en toe Rusland terug in bijvoorbeeld de wierookwalmen die rondom de Kazanskaya kerk hangen, de oude vrouwtjes met hoofddoek en het bier dat bij de Kentucky Fried Chicken inderdaad als frisdrank wordt aangeboden (in een beker van 400 ml, maar zonder rietje).

Hele stadswijken zien er barok en renaissance uit, maar waar bij ons zulke grote gebouwen onderhouden en gekoesterd worden, mag er in Sint-Petersburg op z’n minst een hogedrukspuit overheen. In de foto’s van het fotoalbum (helemaal onderaan op de mobiele site, rechts op de computerwebsite) staan ook een aantal ‘doorsnee’ foto’s van straten waar we doorheen liepen. Straten lang met grote, oude gebouwen in een stad met een korte, maar roerige geschiedenis. Dan is het wel een bizarre ervaring dat onze kommunalka – een vrij nederig onderkomen – in het centrum in een van die barokke gebouwen zit, weliswaar niet in een gebouw met een heldere Hermitagekleur, maar dat moet blijken wanneer de reinigingsdienst zijn werk gaat doen.

Pas op, overstekende elanden – Estland


Vandaag zijn we van Riga naar Sint-Petersburg gereden. En eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat het een enerverende dag was. Vanaf Riga werd allereerst de weg nu echt Oost-Europees. Gelukkig horen de Baltische staten bij de EU, dus wordt overal de weg opgeknapt. #wegwerkzaamhedenopz’noosteuropees Enfin. In Estland kwamen we al gauw een ander fenomeen tegen. Het verkeersbord dat waarschuwt voor overstekende elanden (zie foto). We hebben de beste dieren niet gezien, maar het voegt toch een nieuw ‘spannend’ element toe aan de reis in een land dat nog leger is dan Litouwen. Dus na onze minisafari kwamen we bij De Grens met terecht een hoofdletter G. Mocht er iemand overwegen om de grensovergang bij Narva te nemen. Bel ons, we loodsen je er doorheen! Om de grens over te mogen, moet je reserveren. Hadden we gedaan. Er was alleen niet erbij vermeld dat de wachtruimte die verplicht was drie kilometer verderop zat. Eer dat we daar achter waren… Laten we het erop houden dat we nog op tijd waren. De grens zelf ging redelijk vlot en gesmeerd totdat de auto ingevoerd moest worden (- Is uw merk Lada? * Jups. – O.o). Het “probleem” was als volgt: Gerard reed, maar de auto staat op Tessa’s naam. U voelt ‘m vast al. Juist, de papierwinkel moest opnieuw ingevuld worden. In tweevoud. Ter plekke. Gelukkig vond ‘t gans wachtend volk achter ons vooral de Nederlandse Lada interessant. Een kleine drie uur later stonden we dan toch echt in Rusland op 168 kilometer van Sint-Petersburg. 

Autorijden is ‘apart’ in Rusland. Voor 9 euro hadden we een halve tank benzine, maar het gevolg is dat je de twee rijbanen gelijktijdig parallel met drie andere auto’s deelt, want Sint-Petersburg is druk. En groot. En ergens daar bevond zich ons hotel. De straat was zo gevonden en zelfs het nummer was geen probleem. Maar in het gebouw zat een ander hotel dat zeker wist dat wij niet bij hen gereserveerd hadden en nee, ze wisten ook waar het dan wel was. Uiteindelijk kregen we mensen van ons hotel te pakken. Wij blij dat Russisch een optie was om te communiceren. Lang verhaal kort, we zijn in ons ‘hotel’ aangekomen. Inderdaad tussen aanhalingstekens, want ons hotel bevindt zich in een kommunalka. Oftewel, we delen het gebouw met doorsnee Sint-Petersburgers. Mocht de Russisch vertaalmodus nog niet geactiveerd zijn, dan is ze in de afgelopen twee uur alsnog geforceerd opgestart. We zitten trouwens naast de Nevskiy Prospekt. Voor de beeldvorming: op het Russisch Monopolybord staat deze op de plek van de Kalverstraat van Amsterdam… Toplocatie dus 🙂

O ja, hadden we al verteld dat we de dag begonnen met een alcoholcontrole? Een blaastest voor alle drie de weggebruikers van de A2 bij Riga om half acht ‘s morgens. We zijn geslaagd en mochten doorrijden naar de elandjes.

(Foto’s volgen wat later – als de wifi het toelaat)

Zonnig, droog en 20 tot 25 graden – Riga, Letland

Gisteren heeft het bijna de hele reis geregend en vandaag hoorden we van de gids dat het ook in Riga met bakken uit de lucht is gevallen, maar wij hebben vandaag toch prachtig weer gehad. De witste van ons twee is zowaar verbrand tijdens de rondleiding in het centrum (zelfs het koord van de camera staat er gekleurd op). Het mocht de pret niet drukken, want Riga is de moeite waard. Het centrum is oud en relatief netjes bijgehouden. De ring eromheen heeft mooie art nouveau huizen. Uiteraard is ook de oostzeegotiek met zijn kenmerkende rode bakstenen aanwezig. Wat wijzelf een groot pluspunt vonden was het gebrek aan toeristen – enkele Russen die met ware doodsverachting zonder te kijken de straat op liepen om een foto te maken daar gelaten. En omdat Riga aan de Golf van Riga ligt, vonden we het een goed idee om verder te verbranden op het strand. Ook hier vonden we de pluspunten vooral in het ontbreken van bepaalde aspecten als meeuwen, beestjes,  toeristen, honden en lelijke strandboulevards. De weg van Riga naar het strand zullen we omschrijven als afwisselend: Veluwse bossen, betonnen flats, vakantiehuizen, prachtige meren en industrie. Riga heeft het allemaal.

Verlaten – Litouwen

We zijn in Riga! 12 uur rijden zit erop. Drie uur daarvan hebben we gespendeerd in Litouwen. Litouwen komt in alle opzichten verlaten en leeg over. Er zijn weinig mensen op de weg en we zien maar weinig huizen en bebouwing. Verder zijn er vooral graanvelden zo ver het oog ziet. In dit lege land vonden we zo waar een “wegrestaurant”, dat bij nader inzien toch een betere beschrijving verdient. We waren beland in een landhuis waar iedereen in zijn beste goed zat te genieten van het avondeten. En daar waren wij in onze mooie, doch vooral praktische reiskleding… Hoogst ongemakkelijk. Het eten was dan wel weer van de prijs van een wegrestaurant. Hoe ze dat daar doen begrijpen wij ook nog steeds niet.

Vliegtuig – Warschau, Polen

Het hotel in Warschau lag naast het vliegveld. Anders dan in Berlijn, zou je het niet gemerkt hebben als je niet uit het raam had gekeken. Dat brengt me bij onze Lada, a.k.a. Spoetnik, die een heus vliegtuiggeluid produceert wanneer topsnelheden worden bereikt. De oplossing kunt u vinden in het fotoalbum (waar ook de foto’s van gisteren zijn geüpload). U heeft het goed gezien: een koptelefoon doet wonderen. Helaas is het inmiddels wel gedaan met de topsnelheden, want de snelweg stopt na Warschau. Dit resulteert in tijd in een even lange rit als gisteren ook al leggen we maar de helft aan kilometers af. In ruil hiervoor krijgen we een mooi stukje Pools platteland te zien en rijden we langs eindeloze oerbossen. Op het moment van schrijven zijn we nog zo’n 150 kilometer van de Litouwse grens.

Chelmno, Polen

Op onze reis naar Warschau, iets minder dan twee uur van de eindbestemming van deze dag vandaan, ligt het vernietigingskamp Chelmno. Het is net zo bekend als dat het klinkt. Op deze plek werden voor het eerst joden en zigeuners systematisch vermoord en werd geëxperimenteerd met de ‘makkelijkste’ manieren om dit te bereiken. Vorig jaar zijn we ook in Auschwitz geweest en Chelmno is in alle opzichten het tegenovergestelde van Auschwitz. Hier geen aangeharkte paden en jonge, pas geplante boompjes, geen gids die het verhaal als een routineklus ophangt, geen etende en hordes fotograferende toeristen en ook geen rookmelder in de gaskamer. Chelmno is verlaten, leeg en onbekend. De paden zijn kapot, de bomen groeien waar ze willen en het museum is dicht. En o ja, we waren de enige mensen op het terrein. De afbakening van de massagraven sprak voor zich, evenals het opgeblazen crematorium. Waar de Holocaust in Auschwitz hapklare informatie was, kon het leed van de Shoah in Chelmno tot leven komen. Om met het vervallen informatiebord te spreken: “This crime must never be forgotten.”