We zijn in Servië en alles doet het nog en wij leven ook nog. Servië is dus niet het apenland dat de meeste mensen in hun hoofd hebben zitten. De mensen zijn vriendelijk en het is leuk om terug te zijn. We hebben inmiddels ook het thermometervraagstuk opgelost: de BBC had het fout. Het was uiteindelijk een luttele 43 graden in Boedapest en we zijn blij dat we dat pas achteraf wisten. Ook vandaag begon de dag warm en we vreesden voor de grensovergang. Want alle grensovergangen hebben met elkaar gemeen dat er geen bomen staan of schaduw is. Bovendien hadden we gelezen dat er strenge controles waren tussen Hongarije en Servië. Dus u begrijpt, wij hadden Russische tafarelen in het kwadraat in ons hoofd zitten en we bereidden ons voor op een lange en warme dag. Tussen alle Turken uit heel Europa stonden we te wachten. We naderden de Hongaarse grens en lieten onze paspoorten zien. Vol angst en beven begaven we ons verder in de rij met de verwachting alles tot op onze koffer te moeten uitpakken voor controle (wij hadden nog steeds de Russische grens in ons hoofd). En toen waren we ineens in Servië! De hele grens had maar een uur geduurd! En wij vonden de tweeënhalf uur van Oekraïne-Polen al indrukwekkend weinig. Tot zover de scherpe en strakke controles aan de grens van de Europese Unie…