Aan alles komt een eind en ook deze vakantie is over. Voorspoedig reden we onze laatste kilometers met een eindstand van 6130 kilometer. We komen thuis en de kerkklok slaat twaalf uur. Net voor de zondag thuis. Zoals alle andere blogs was ook deze weer verre van compleet (het verhaal dat P. Karamazov BJ de grens zonder papieren even terugliep naar Litouwen om even naar de toilet te kunnen ontbreekt bijvoorbeeld (nooit, maar dan ook echt nooit doen!)). We hopen dat we toch een goede indruk hebben kunnen geven. We hebben een compleet fotoarchief aan kunnen leggen ter grootte van het centrale museum van het Hermitage. Dus u bent van harte uitgenodigd als u nog meer verhalen en fotomateriaal wilt horen en zien. Voor nu is het weer even klaar. Do vstrechi!
Dag 19 – Grensgeval (Kaliningrad, RUS)
Het onvervalste stukje Sovjet dus. Eerst een kleine opfrisser: Kaliningrad is een Russische exclave (enclave buiten het eigen land zeg maar) in Europa. Ja, u leest het goed: boven Polen, links naast Litouwen ligt een stukje Rusland. Sinds kort is het vrijgegeven voor e-visa. Dat betekent: een gratis visum, geen uitnodiging, snel reactie. Een laagdrempelige manier om Rusland in te komen. Waarom dan Sovjet hoor ik u denken? Dit stukje Rusland is lang afgesloten geweest, ook voor Russen zelf. Dit deel is namelijk Duits geweest en na de Tweede Wereldoorlog is het opgeëist door de Russische Sovjets die hier decennia lang hun militaire bases hadden om de hoek van Denemarken. Alleen met hele speciale vergunningen mochten de Russen het gebied in, buitenlanders mochten hier niet eens van dromen. Ondertussen hadden de Russen die het daar voor het zeggen hadden alle Duitsers verdreven of laten verdwijnen en hetzelfde gebeurde met de stad Koningsbergen, het huidige Kaliningrad. De ‘oude’ kerk (opgebouwd na de oorlog) die er nu nog staat is vrijwel het enige gebouw in de wijde omtrek dat herinnert aan de Duitse geschiedenis. Lang was deze geschiedenis ook taboe, maar de Duitsers die verdreven zijn komen vandaag de dag terug om naar ‘hun’ stad te kijken. De Russen zien toch meer brood in dit toerisme dan in dit stilzwijgen en zodoende is er vandaag de dag weer hier en daar ruimte voor Duitse dingetjes. Dit gebied is dus nu (sinds 1 juli) vrijgegeven voor e-visa. Hier moesten we natuurlijk naartoe en het lag ook nog op de route. Jeejj!
We bogen vanuit Riga af naar het zuiden en daarna naar het westen. Bij Klaipeda (aan de Litouwse kust) namen we het pontje. Dan begint hier de topografische opfrisser. De Oostzee is de zee die grenst aan Kaliningrad en de Baltische staten. Dit is een bijzonder gebied. Het zeewater is namelijk niet zout maar brak, waardoor de bomen tot aan de kust groeien. Daarnaast zijn er door de stroming en wind zogenaamde schoorwallen en haffen ontstaan (voor mijn collega’s: haf met een ‘f’ en lidwoord ‘het’). De schoorwal is een soort duinenrij in zee en het haf is het water wat erachter ligt. In totaal zijn er in de zuidelijke bocht van de Oostzee drie grote haffen met elk een landgrens eroverheen. In het Koerse haf mondt de rivier de Memel uit en dit is de grootste haf van de drie. Hier ligt een nationaal park en ‘toevallig’ kruiste onze route dus dit haf. Het pontje bij Klaipeda bracht ons naar het noordelijke puntje van de schoorwal en vanaf daar was het rechtdoor rijden (iets anders kan ook niet, want het is een smal gebied).
Het weer was prachtig (dreigende luchten, zon, lekker temperatuurtje) en de natuur mooi. Halverwege het haf stuitten we op de Litouws-Russische grens. Het was wat drukker dan verwacht maar in drie uur waren we eroverheen. Het e-visa werkte, we waren in het oblast Kaliningrad. Deze kant van het park was minder verzorgd, maar niet minder mooi. Een uurtje of twee en een vos, kraanvogels (?) en wat zwanen later waren we dan in de stad Kaliningrad. Waar in Riga de geschiedenis stopte in 1940, begint die van Kaliningrad in 1945. Strikt genomen klopt dat ook, maar het blijft toch wel vreemd om oude Duitse foto’s te zien van het oude centrum en dan nu de grauwe Sovjetflats te zien. Zelfs het oude stratenplan is niet intact gelaten. Het frappante is dat de Russen er ruiterlijk voor uitkomen dat het oude Koningsbergen in geen enkel opzicht lijkt op het huidige Kaliningrad, maar over de oorzaak van dit contrast blijft het angstvallig stil.
In een nep Duits vakwerkhuis dronken we onze laatste zure fruitthee (o, wat gaan we dat missen) en het was tijd om naar Polen te rijden. Laat ik hier dan ook van de gelegenheid gebruik maken om de naam van Oekraïne en Rusland te zuiveren als het aankomt op douanecontroles. Dit zijn niet de landen die het moeilijkst doen (oke, we waren blij dat we onze e-visa hadden geprint (leuke paradox)). Deze landen weten wat ze willen en doen dit op een soort van efficiënte manier. De Polen daarentegen…
De Polen werken niet echt scrum zeg maar. Ze werken met plukjes auto’s die in een keer allemaal naar voren moeten komen. Wat ze verder doen is ons nog steeds een raadsel. Feit blijft dat dit onze een na langste grensovergang werd waarvan de Polen ruim drie uur en driekwartier voor hun rekening namen, waar de Russen maar drie kwartier nodig hadden. Over schrille contrasten gesproken. Na deze dag lag ons bed in Gdansk toch wel erg lekker.
Dag 18 – Van de kaart (Riga, LV)
Voor de verandering regende het vandaag. Tot een uur of acht ‘s avonds. Gelukkig hadden we paraplu’s en zijn we niet van suiker. Dus gewapend met paraplu’s en niet-waterdichte schoenen gingen we de oude stad van Riga in. De eerste en allernoodzakelijkste stop was een winkel waar kaarten worden verkocht. Niet zo maar kaarten, maar wegenkaarten van het Republiek van Buryatya of Dagestan bijvoorbeeld. Of militaire Sovjetkaarten van Berghem. Dat werk zeg maar. Daar moesten we natuurlijk langs. Bijkomend voordeel was dat het in die winkel waarschijnlijk droog was. Nog lang niet uitgekeken moesten we verder, de regen weer in. Volgende stop was het museum van de geschiedenis van Riga en navigatie. Ook in die combinatie. Gezien het bovenstaande kunt u misschien wel raden waar we het meest naar uitkeken. Juist, maar de Letten vinden hun geschiedenis belangrijker. Dus was er anderhalve verdieping gewijd aan geschiedenis, twee zalen aan modelschepen en een zaal en een hal aan lokale beroemde mensen en een Letse Simon van Gijn. Saillant detail: de geschiedenis van Riga stopt in 1940 volgens dit museum… In elke zaal zat een vrouwtje wat mij tot het volgende brengt. Officieel zijn we dus in Europa en dat is te merken. Maar toch zijn er kleine subtiele dingen waaraan je merkt dat dit toch ook een beetje Oost-Europa is. Bijvoorbeeld zo’n vrouwtje in elke museumzaal en de rondleidingen die op zo’n dodelijk saaie manier gegeven worden dat je je afvraagt of de gids nog zin heeft in het leven. Of dat je je bijvoorbeeld door 12 bladzijdes drank heen moet worstelen voor drie regels non-alcoholische dranken op de menukaart. Of regenpijpen die meegeverfd worden met de huizen, die groot zijn en afwateren op de stoep. Of auto’s op de weg in allerlei staten van ontbinding. Ach, het is maar goed dat we nog niet alles ontwend zijn. Morgen hopen we namelijk nog een stukje onvervalst Oost-Europa tegen te komen.
Dag 17 – Baanbrekend (Riga, LV)
De dag dat we het vaste land van Rusland moesten verlaten brak aan. Nog maar 125 kilometer scheidde ons van de Europese Unie. Op 8 kilometer van de Russisch-Estische grens werden we staande gehouden: “Paspoorten graag!”. Het bleek een voorcontrole van de grenscontrole. Natuurlijk. Gelukkig slaagden we met vlag en wimpel en mochten we door naar het echte werk. Nou ja, dat viel tegen. We hebben nu ook weer een record verbroken. Gaat u ervoor zitten. Of eigenlijk, bespaar u de moeite want tegen de tijd dat u zit, zijn wij al de grens overgestoken. We klokten 45 minuten! Het spannendste moment was het moment dat de mevrouw van de douanecontrole aan de Russische kant onze registratie van ingang van Rusland niet kon vinden (wel onze andere registraties want ze leek een paar keer onder de indruk). Als ze die registratie meteen had gevonden, was deze grens nog sneller dan de grens van Polen-Oekraïne gegaan. Waar gaat het toch heen? Grenzen horen in vergelijking met hun willekeur hopeloos gecompliceerd te zijn. De Estische grenscontrole was zo mogelijk nog rustiger. We hadden niet eens tijd om van het uitzicht op de brug over de grensrivier Narva met haar twee forten te genieten. 45 minuten, meer konden we er niet van maken. Omdat het zo snel ging konden we ons een tussenstop permitteren. Het werd Tallinn. Onder het genot van het zonnetje dat even tussen de buien door scheen aten we onze lunch op het prachtige en oude Raadhuisplein. Ons parkeerkaartje verliep en dit was ook het startsein voor de regen, de buien dienden zich weer aan. De reis naar Riga verliep voorspoedig. Hier en daar hebben we de Oostzee al gezien en inmiddels is ook de zon weer doorgebroken. Een graad of 23 zorgt ervoor dat we eindelijk weer zonder jas over straat kunnen, maar ook dat we niet compleet wegzweten.Riga betekent ook een einde aan de mannetjes, niet zelf mogen tanken, lekkere thee, spookrijdende politie met zwaailichten (op de doorgaande weg in Moskou…), goedkoop eten, nog goedkopere brandstof, koepeltjes, Cyrillisch en een einde aan de heerlijke Russische logica. We zijn weer in het Westen (“Maar Estland is mooier”). Of toch niet…
Dag 16 – Overdaad (Sint-Petersburg, RUS)
Het werd tijd voor het allergrootste labyrint ter wereld. Ja dames en heren, we hebben het hier over het Hermitage. Het boekje met de plattegrond is op zich wel duidelijk, maar de disclaimer die erbij staat ook: “De route kan aangepast zijn.” En het is maar goed dat die disclaimer op de plattegrond staat, want de Russen leggen een grote ijver aan de dag om trappen deels af te sluiten (een verdieping omhoog kan wel, nog een verdieping niet dus moet je het hele paleis door voor een andere trap), kamers dicht te doen (waardoor je je route weer terug moet lopen in plaats van door te kunnen lopen) of een ingang met tourniquetjes midden in de logische looproute te plaatsen (je ticket kan maar één keer gescand worden dus je moet via een andere verdieping omlopen). Goed, heb je dit overleefd, dan krijg je er wel wat voor terug: De verloren zoon van Rembrandt, opgravingen uit Siberië en Centraal Azië, het oorspronkelijke winterpaleis van de tsaren en de inmiddels onvermijdelijke groepen met mensen met een Oost-Aziatische afkomst. We hebben niets tegen onze oosterse medemens, het zijn er alleen wat veel tegelijk. Het Hermitage is erg groot (duh, Russisch), dus er is ruimte zat voor iedereen die het zou willen bezoeken (ook met deze aantallen groepen). Maar die groepsreizen zorgen voor benauwende pieken aan bezoekers. Bij vlagen kom je niet door die ene lange gang die je per se door moet omdat dat ene trappenhuis in de linker achterhoek dicht is, omdat daar een stuk of vijf groepen à vijftig toeristen per groep stil staat voor een een of ander schilderij. Toen we uiteindelijk in een uithoek van het museum kwamen, we veel gezien hadden, de route grofweg tweeënhalf keer hadden gelopen vanwege afsluitingen (Russisch of toeristisch) en onze voeten pijn deden, zagen we dat een vrouwtje dat de zaal in de gaten moest houden opzichtig op haar paarse horloge keek: het was op dertig minuten na sluitingstijd. Steeds meer vrouwtjes zagen we in de startblokken zitten om het museum schoon te vegen en om stipt zes uur was het zo ver: “Zes uur, museum gaat dicht. Naar buiten!” Ook mensen die geen Russisch kunnen begrijpen dit. Voor mensen die dit toch niet begrijpen roept een mannetje met luide doch duidelijke stem in het Russisch: “Uitgang!” En dan wil je wel naar buiten. Zo stond met ons een grote groep bezoekers om drie minuten over zes buiten, labyrint of niet.
Morgen zoeken we ook weer de uitgang, maar dan bij de Estisch-Russische grens. In onze laatste Russische uren is er nog genoten van de lange schemering die hier is en het mooie licht dat dat voor foto’s geeft. Ons vermoeden is dat de gebroeders Karamazov bij thuiskomst hun eigen Hermitage aan foto’s kunnen aanleggen.
Dag 15 – Buitengewoon (Tsarskoye Selo, RUS)
Voor de verandering was het weer fris en een beetje winderig. Maar dat was alleen maar fijn als je een flinke wandeling wil maken bij het Tsarendorp. Nog een kleine toelichting: het Tsarendorp (Tsarskoye Selo op z’n Russisch) omvat de vroegere buitenverblijven van de tsaren. Het ligt dan ook even buiten Sint-Petersburg (24 kilometer om precies te zijn) en is goed te bereiken met de auto en als je geluk hebt met de marshrutka. Tijdens de Tweede Wereldoorlog lag de frontlijn tussen Tsarskoye Selo en het toenmalige Leningrad dat door de Duitsers omsingeld en uitgehongerd werd. De frontlijn lag dichter bij Tsarskoye Selo dan bij Sint-Petersburg, dus heeft het zeer te lijden gehad onder het geweld en plunderingen. Tot op de dag van vandaag is men bezig met restaureren. Wie denkt dat de Russen hun tijd nemen en er erg lang over doen: bedenk even dat dit paleizen zijn (dus duur om op te knappen, alles marmer zeg maar) en dat dit Russische paleizen zijn (dus enorm veel en groot om op te knappen, de ramen van de eerste verdieping beginnen op een meter of tweeënhalf).
Dat gezegd hebbende, hier gingen we dus naartoe. En met ons hele Chinese volkstammen. We vermoeden inmiddels dat Moskou en Sint-Petersburg genoemd zijn in de Chinese variant van de Lonely Planet. Om eventueel het Catharinapaleis te bezoeken (het Alexanderpaleis wordt dus nog gerestaureerd), moet je een kaartje voor de tuin kopen en dan in de tuin moet je een kaartje voor het paleis kopen. En zo creëren de Russen hun geliefde rijen. Twee keer. De rij voor het paleis was echter zelfs voor de meest bekwame rijenstaander te ontmoedigd, dus besloten we het bij de tuinen te houden. En dat was maar goed ook, want ook de tuinen zijn Russisch qua afmetingen. Met een koele bries waai(er)den we het terrein over. Het voordeel van dit Russische weer is wel dat de tuinen er groen en fris bijliggen. Maar ook dat de Oezbeekse vrouwtjes er een dagtaak aan hebben om de bloemen en struikjes tot op de millimeter nauwkeurig bij te knippen. Onder toeziend oog van een Russische bewakersmannetje.
Dag 14 – Onverstoorbaar (Sint-Petersburg, RUS)
Een land als Rusland breekt alle records en waarom ook niet als je zo veel oppervlakte hebt. Alles is er groot. En dus ook Sint-Petersburg. Voor degenen die het gemist hebben: Sint-Petersburg, ook wel SPB voor intimi, is in 1703 gesticht door Peter de Grote en is geïnspireerd op Amsterdam. Maar dan wel in de Russische uitvoering. Dus dat betekent een stadscentrum van heb ik jou daar. En alles is oud en natuurlijk is alles interessant. Dus we hadden van te voren een stadswandeling uitgestippeld waar we een uur of twaalf over hebben gedaan. En dan heb je nog niet alles gezien (ik quote: “Tessa, we lopen verkeerd.” “Nee hoor.” “Jawel, want daar zie ik een kerk en daar gaan we nu niet heen.”). Eerlijkheidshalve moet ik erbij zeggen dat we niet alles hebben gewandeld: Lang leve de metro van SPB. En hier is het moment om mijn excuses aan te bieden aan iedereen die achter ons heeft gelopen of gaat lopen: Sorry voor het stil staan in het looppad, maar jullie metrostations blijven indrukwekkend en helemaal voor die drie technische heren die in dit reisgezelschap verkeren.
Versperring of niet, we kwamen met de metro bij het Alexander Nevskiklooster. Het is zondag en er was een dienst gaande. Nu is dat in een klooster niet per se een causaal verband, maar ons kwam het goed uit. Hier kwamen weer een aantal typische situaties voorbij. Bijvoorbeeld, elke kerk heeft een vrouwtje dat de kaarsen bij de iconen een beetje netjes houdt. Zij heeft zodoende ook alle kennis in huis over de precieze hangplekken van die iconen. Een kerkganger vroeg aan zo’n vrouwtje wat van die informatie. Het dametje was echter bezig de kaarsen te fatsoeneren en eerlijk is eerlijk, als je met vuur bezig bent heeft dat alle aandacht nodig. Niet gestoord door enige vraag van de kerkganger maakte ze haar klusje af om de beste man daarna te wijzen op een icoon die letterlijk om het hoekje naast de icoon hing waar zij bezig was met fatsoeneren en waar de man geduldig op haar wachtte. Wat verder opviel was het grote aantal mannen dat in de kerk aanwezig was. Normaal is de verhouding 80 tot 90 procent vrouw, de rest man (vaak in kerkelijke dienst). Hier was het gelijkelijk verdeeld. Het hoge aantal mannen had ook tot consequentie dat er meer dan gemiddeld geestelijken aanwezig waren en dat betekende een strenger bedekt-hoofdbeleid. Dus werd een vrouw er op een vrij basale en onpolitieke manier gewezen dat zij net drie stappen na de ingang haar hoofd nog niet had bedekt. Dezelfde geestelijke maakte ook de weg vrij voor een andere geestelijke die met de wierook de kerk rondging. Dit deed hij op dezelfde duidelijke manier zullen we maar zeggen. De geestelijke met de wierook die erachteraan hobbelde zwaaide onverstoord driftig met de wierook. En wie denkt dat ze alle tijd hebben in zo’n klooster en met diensten die gerust ruim twee uur duren, heeft het mis. Het tempo zat er bij de heren flink in. Hoe lang we bij die dienst hebben gezeten om dit te observeren? Hooguit een kwartier. Dat is het fijne van Rusland: het is altijd haar eerlijke en ongecompliceerde zelf.
Dag 13 – Herinnering aan Rusland (Sint-Petersburg, RUS)
Denkend aan Rusland
zie ik brede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle berkenbomen
als hoge pluimen
aan de einder staan;
en in de geweldige
ruimte verzonken
de datsja’s
verspreid door het land,
oerbossen, dorpen,
geknakte dennen,
kerken met uien
in een groots verband.
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van de wind
met zijn eeuwige koude
gevreesd en gehoord.
Dag 12 – Middelpunt van macht (Moskou, RUS)
Goed, pijnstillers deden een soort van hun werk, als ze zin hadden. Dus vol goede moed vatten de heren hun tripje naar het mausoleum van Lenin aan. Tot groot verdriet van een van de gebroeders Karamazov moest hiervoor een bezoekje aan het kerkje op de hoek vroegtijdig afgebroken worden. Maar daar stond dan een geconserveerde Lenin tegenover. Nog voor openingstijd was zelfs de Grote Leider bereid om in de rij te gaan staan (!). En daar aangekomen bleek: het is de hele dag dicht want er wordt een parade voorbereid. Je verwacht het ook niet in Rusland.
Dan maar naar de Arbat. Daar liep iemand uit het leger rond die hetzelfde miste als een van de broeders Karamazov en die daar wel de humor van inzag. Russen vallen best mee qua stugheid…
Om twee uur wachtte het Kremlin op ons. Omdat we alleen nog met een Spaanstalige tour mee konden hebben we dat maar gedaan. Zo konden we toch nog naar binnen. Eerlijk is eerlijk, op zich was het Spaans redelijk te volgen. Het Kremlin is groot en goud. En vol met mensen uit omgeving China (en vanwege de parade ook met het Jeugdleger en dat is precies dat wat je je voorstelt bij een Russisch jeugdleger). Op dat moment zijn de gebouwen van het Kremlin toch niet zo groot van binnen als ze van buiten lijken. Bij een kerk werd Mrs. De Mol bijna ondersteboven gelopen door een deel van een Chinese groep met achterstand die bang was de Chinese rondleidgroep tussen al die andere (Chinese) groepen kwijt te raken. En toch was zij niet te missen, daar zij boven al die mensen uitstak (zonder te dollen). Bij een andere kerk wilde een Chinees ventje voordringen. Helaas voor hem stond ook hier Mrs. De Mol in de weg. Zie ook andere blogs voor bewijs, maar in de rij staan is een werkwoord en deze dame is er zeer bekwaam in. Het ventje werd door middel van de internationale en alom begrepen gebarentaal (Nederlanders in het Bolsjoj Theater uitgesloten) duidelijk gemaakt dat dit een rij was en hij achteraan diende te sluiten. Wat hij ook deed. Gelukkig helpen hier ook de Russische dametjes (die ook in elke zaal van het Hermitage zitten) die als ware opzichtsters de in- en uitgang overzien en de orde met ijzeren hand handhaven. De helft van ons vond het Kremlin prachtig, een kwart vond het kitsch en een ander kwart vond het allemaal wel prima, mooie kerken, maar wat is het toch koud.
P.S.: Mocht u een inkijkje willen in het functioneren van de Oekraïense politiek op een humoristische manier: op Netflix staat een serie Servant of the people (misschien is er een VPN nodig om die in Nederland te kunnen zien). Het verhaal gaat over een geschiedenisleraar die tot president van Oekraïne wordt gekozen. Het is wat over the top, maar het is heel herkenbaar. En de hoofdrolspeler heeft sinds april een nieuwe baan: hij is gekozen. Tot president van Oekraïne…
Dag 11 – Kieskeurig (Moskou, RUS)
Het werd een bijzondere dag. De Grote Leider, Mr. De Mol, had namelijk kiespijn en de Nederlandse tandarts dacht dat de kies verloren was en raadde ons aan om maar even langs een Russische tandarts te gaan om de kies te laten trekken. En zo begon de dag. Eigenlijk zouden we met z’n allen naar het Tretjakov gaan voor een tentoonstelling over de schilder Repin, maar in plaats daarvan werden de twee gebroeders met een route en instructies op weg geholpen en wij begonnen met een jacht op een tandarts die ons kon helpen. De gebroeders genoten van de wandeling naar het Tretjakov, wij genoten van allerlei varianten van wachtmuziek en terwijl de broeders de verkeerde ingang namen en daardoor een stukje rij afsneden, vonden wij een tandarts die ons om half vijf kon helpen en die Engels sprak (bij medische dingen toch fijn). De gebroeders genoten van de tentoonstelling en wij van de chocolaatjes die we bij de thee bij de tandarts kregen. Nog voor half vijf werd meneer geholpen bij de tandarts en een foto en wat getik op de kies later, mochten we betalen: 2000 roebeltjes (delen door 70) en we kregen medicijnen, advies (“de vorige tandarts heeft het niet goed gedaan”), een vertaling, thee en chocolaatjes en een geruststelling: de kies hoefde niet getrokken te worden, er zit een flink gaatje onder de vulling van de kies en dat mag in Nederland goed gerepareerd worden.
En toen was het half zes. Hadden we al verteld dat we om zeven uur in het Bolsjoj Theater werden verwacht en dat Moskou een freaking grote stad is…
Nou ja, dat dus. Gelukkig kwamen we op tijd bij het theater, waar het ontzettend druk was. Schuin voor ons liepen Nederlanders die werkelijk elke stap om in het theater te komen fout deden: ze stonden bij de verkeerde ingang, spraken geen Russisch en begrepen dus niet waar ze wel naartoe moesten. Bij de veiligheidscheck liepen ze meteen door (nooit, maar dan ook echt nooit, een meneer met een uniform negeren bij dit soort dingen). En bij de garderobe probeerden ze voor te dringen bij ons. De meneer van de garderobe vrat dat niet en brieste in vrij duidelijk Russisch dat ze ergens anders naartoe moesten. Dit Russisch begrepen ze natuurlijk niet en het Russisch-Engelse Njekst was natuurlijk ook vreemd, maar met een bruusk handgebaar konden ze er niet meer omheen: hun jassen moesten ergens anders hangen worden en die van ons waren goed bevonden om nog wel bij deze meneer in behandeling te worden genomen.
Toen we bij onze plekken aankwamen zat er een gezinnetje voor ons. Op zich was dat geen probleem maar de mevrouw kon niet stil zitten en dat was irritant. Maar hé, als je op een balkon in het Bolsjoj zit en kijkt naar het mooiste ballet dat er is, waarom zou je dan nog zeuren?
Gerards kies dacht er anders over…