Afscheid – Lvov, Oekraïne

We zijn vertrokken uit Zhytomyr en het voelt alsof we terugrijden naar Europa. Dat we nu in de stad Lvov zijn helpt niet. Mensen spreken hier Engels, we zijn niet meer de enige buitenlanders en de architectuur ademt Krakau meets Duits uit.

Voor we weggingen zijn we nog even langs gereden waar we vorig jaar hebben geholpen. Het was goed om ook die mensen nog een keer te zien. Daarna hebben we afscheid genomen van onze trouwe gids, local en vriendin Zhenya.

Dit is ook de plek waar we een stukje moeten wijden aan de weggebruikers. De snelweg is vaak de enige relatief goede weg in de omgeving. Het gevolg is dat iedereen de snelweg gebruikt. Op de weg naar Kiev zijn we meermaals (lees: 5 van de 5 keer) fietsers of wielrenners tegen gekomen. Een keer zelfs een vader en twee kinderen die alvast aan het trainen waren voor de volgende Tour de France. De laatste keer over de weg terug uit Kiev moesten we uitwijken voor een fietser die een blinde heuvel over kwam zetten. De ondergaande zon zorgde er mede voor dat we de beste man zo goed als niet zagen en we hem dus bijna voor z’n sokken reden. De weg naar Lvov werd bevolkt door de lokale veestapel en paard en wagens. Mind you, je mag 110 op dit soort tweebaanswegen… Wat verder populaire bezigheden op de snelweg zijn, is bellen en de auto midden op de weg repareren. En het liefst allebei te gelijk. Maar zolang je je alarmlichten aan hebt staan, mogen alle illegale, levensgevaarlijke of spannende dingen: spookrijden, straatje keren op een doorgaande weg, u-bocht maken op de snelweg, stilstaan in het algemeen, op een zebrapad stilstaan (mag blijkbaar ook zonder alarmlichten), over de vluchtstrook rechts inhalen, door rood rijden, u noemt het, wij hebben het gezien. Met alarmlichten.

Het is niet alles goud dat blinkt – Kiev, Oekraïne

Vandaag was Kiev aan de beurt. Omdat we vorig jaar al in Kiev waren geweest, hebben we vandaag “maar” twee dingen bezocht. Het eerste was het Tsjernobylmuseum en het tweede was het Holenklooster.

Het Tsjernobylmuseum stond garant voor het Oost-Europese gevoel. Het begon bij de ingang waar twee kassa-achtige tafeltjes stonden waarachter bij beide respectievelijk een meneer en een mevrouw zaten. De meneer verwees ons door naar de mevrouw. Wat de meneer de rest van de dag doet is ons ook nog steeds niet duidelijk. Bij het weggaan zat hij daar nog steeds. De kassamevrouw deelde ons mee dat de toegangsprijs 10 hryvna (€ 0,30) per persoon was en dat er 50 hryvna per persoon bovenop kwam als we de audiotour wilden. Vervolgens zag ze het fototoestel en kwam er weer 30 hryvna bovenop de prijs. Als we niet uit hadden gekeken hadden we waarschijnlijk ook apart een kaartje moeten kopen voor onze tassen, schoenen en zonnebril. Het museum stond vol met foto’s en er waren twee vrouwtjes die ons nauwlettend in de gaten hielden. O ja, wilden we misschien een reconstructie van het ongeluk zien? 20 hryvna per persoon…

Om de prijs hoefden we het niet te doen, maar we hebben in heel Oekraïne niet zo’n handelsgeest gevonden. Met deze dames had de economie in 1992 al uit het slop kunnen zijn. Wat het museum ook goed uitonderhandeld had was een sponsorcontract met Japan dat in ruil daarvoor op elk scherm een sticker mocht plakken (zie foto hieronder) en een hoekje gewijd aan Hiroshima had gekregen. Het duurde even voordat wij, te midden van alle Tsjernobylfoto’s, doorhadden wat de Japanners in Oekraïne sjouwden in 1986. Inderdaad de link zit ‘m in ontploffing en radioactiviteit, niet in Tsjernobyl of Hiroshima.

Het Holenklooster was het tweede hoogtepunt van de dag. En werkelijk waar, het is een aanrader. Voor omgerekend een paar euro kun je een groot kloostercomplex op dat op de oeverhelling van de Dnjepr ligt. Hieronder staat slechts één foto, zie het fotoalbum voor meer. Het Holenklooster bestaat uit een aantal kerken en een klooster bovengronds en een gangenstelsel in de oeverhelling ondergronds. Omdat het een zeer heilig orthodox complex is, moet je als vrouw je hoofd bedekt hebben en wordt een broek niet getolereerd. Voor degenen die hier niet op voorbereid waren, is er een monnik die bij de ingang zit en knalgroene schortjes uitdeelt aan de dames in kwestie. Per slot van rekening is het Holenklooster toch wat bijzonderder dan een doorsnee orthodoxe kerk.

Op het plein voor een van de kerken waren duiven te vinden. Op zich niet heel spannend bij een kerk, maar hier stond een bord dat zei dat de duiven niet gevoerd mochten worden. Een Oekraïense pappa waagde het toch de duiven te voeren en prompt kwam een nonnetje zuchtend van een bankje omhoog, sleepte het bord over de tegeltjes achter haar aan en zette het demonstratief voor de schuldige pappa neer. Alsof het nog niet duidelijk genoeg was, wees ze boos naar het bord en vroeg ze enigszins bits of meneer het niet gelezen had en of hij dit anders niet zelf had kunnen bedenken. De serene rust die in het klooster en in de kerken hing werd versleept met het bordje.

Safari – Zhytomyr, Oekraïne

We zijn wezen picknicken net buiten Zhytomyr en zoals de titel al doet vermoeden was de tocht naar onze picknickplaats een hele onderneming. We hadden een off-the-roadervaring in een Oekraïens bos, want volgens onze inlichtingendienst moest daar een mooie picknickplaats zijn. Dat was waar, maar er zaten al wat andere picknickers. Dus wij verder het Oekraïense bos in en de Disneyfilmerlebnissen kwamen alleen maar sterker naar boven. Bambi hebben we niet gezien, maar een beetje Sneeuwwitje voelden we ons wel. Afijn, uiteindelijk inderdaad een plekje gevonden, weliswaar met andere Oekraïners, maar er was ruimte zat om niet in de buurt van de meegenomen barbecue te zitten. Wat overigens erg wijs is aangezien er overal wordt gewaarschuwd tegen bosbranden, maar dat geheel terzijde, ook Oekraïners mogen weekend vieren. De omgeving was vergelijkbaar met de Veluwe, alleen dan een grote rivier erbij (voor degenen die het willen opzoeken: Teteriv – de Engelse wikipedia is uitgebreider). Alles goed en wel, toen er toch naast ons een ander groepje picknickers kwam zitten. Zij vierden echter op een geheel andere wijze het weekend dan de barbecueërs en wij, de picknickers. Gokt u eens hoeveel liter drank een Oekraïener nodig heeft om een weekendgevoel te krijgen. U heeft het niet goed, het is altijd meer. Sinds gisteren weten we dat er ook twee-literflessen bier bestaan…

Toen we terugkwamen in het hotel was er weer een trouwfeest bezig. Helaas niet zo gezellig als zaterdag, want buiten stond de bruidegom te schreeuwen tegen zijn kersverse vrouw en in het trappenhuis was iemand met een kwade dronk ernstig overstuur en stond de familie plus moeder druk te discussiëren hoe de jongeman kalm te krijgen was. Het personeel keek ons wanhopig aan: daar gaan we weer… Maar kort erna was de zaal leeggeveegd en was de rust teruggekeerd.

Cultuur snuiven – Zhytomyr, Oekraïne

Gisteren was er een trouwfeest in ons hotel. Wij blij dat we afgesproken hadden met een oude bekende. Eerst hebben we gegeten in een Oekraïens restaurant (8 euro voor vier man eten). Daarna hebben we ons als toeristen gedragen in een lokaal park aan de rivier waar waarschijnlijk heel Zhytomyr aan het ontspannen was (plus weer een trouwfeest). Zonnebloempitten etend hebben we onze angsten overwonnen door in een Sovjet reuzenrad te gaan, zodat we beter uitzicht hadden… Was een spannend idee. Gelukkig kennen de Oekraïners ook WD40, maar dat doet helaas niets tegen roest. O ja, nog een spannender element: je kon het bakje via een wiel ronddraaien voor een 360-graden ervaring. We hebben het overleefd en het is inderdaad mooi bovenin. Laten we het daarbij houden. 

Vervolgens werden we thuis uitgenodigd. En zo hebben we een avond bij Oekraïense mensen thuis op de bank fotoalbums bekeken en meloen en taart gegeten. Voordeel van lokale mensen kennen? Je gaat in een reuzenrad, met een marshrutka (een soort bus met buschauffeurs met ware doodsverachting) en we hebben meer van Zhytomyr gezien dan ooit. Bijvoorbeeld, wist u dat, als u de Michailevs’kastraat volgt, u uitkomt in andere straat waarin een steegje is dat leidt naar een goedkoop supermarktje? Nee, wij tot gisteren ook niet…

Uitverkoop – Zhytomyr, Oekraïne

We zijn terug in Zhytomyr. Hier waren we vorig jaar ook en het is leuk om de dingen te herkennen van vorig jaar. Wat we alleen wel vergeten waren was de prijsverhouding. Alles is hier zo absurd goedkoop. De foto’s onderaan de blog zijn genomen in het restaurant bij ons hotel (waarvan we het trappenhuis hebben gefilmd om te laten zien hoe de rest van het hotel eruit ziet). Waarschijnlijk is dit een duur restaurant, gezien het tafellaken, de glazen, de manier van eten serveren. De prijs? Negen euro. Voor ons tweeën, inclusief toetje, drinken en twee mandjes brood.

Gisteren hebben we ook wat dingen geregeld als geld wisselen, wat boodschapjes en een simkaart. Ook hier weer het verschil in waarde. 10GB internet voor een maand: 50 hryvna, oftewel een hele euro en zevenenzestig centen. Anderhalve liter Coca Cola: 16,59 hryvna oftewel 55 cent. En dan hebben we onze spullen nog gehaald in een winkelcentrum, iets wat voor de doorsnee Oekraïner te duur is om te doen.

Een vriendin van ons vertelde dat de inflatie hier zo hard gaat dat je aan het begin van je contract voldoende loon hebt, maar dat na een half jaar het loon te laag is om ervan rond te kunnen komen. En dat is iets wat ons al was opgevallen bij het geld wisselen. Vorig jaar moesten we de prijzen door 25 delen (het jaar daarvoor was het delen door 15). Nu door 30. Ook de waarde van de Oekraïense munt daalt dus snel (ter vergelijking: de roebel schommelt nu al een paar jaar rond hetzelfde niveau 1 euro : 60-65 roebel). Het is voor ons leuk om allerlei luxe producten voor weinig geld te kunnen kopen, maar het voelt aan de andere kant ook ontzettend decadent.


Zonnebloemen – Zhytomyr, Oekraïne

We zijn in Oekraïne – of de Oekraïne. Hangt van uw kijk op Oekraïne af. Ik dwaal af, we zijn in Oekraïne. 

De dag begon zo typisch, want tot onze stomme verbazing was het grensdorp waar we verbleven in één nacht (ja, echt!) compleet opnieuw geasfalteerd. Hoe dan! We hebben uiteindelijk 551 kilometer gereden door uitgestrekte velden met zonnebloemen over helaas niet allemaal vers geasfalteerde wegen. Overal in Oekraïne waren zonnebloemen en ze stonden mooi in bloei! We zullen hier de komende week blijven. Het hotel is echt absurd luxe voor een absurd lage prijs. Met ontbijt inbegrepen. In Oekraïne liggen de prijzen sowieso heel anders. We hebben vanavond bij de MacDonalds gegeten voor omgerekend vijf euro. Voor een Oekraïener is dit een dertigste van het maandloon. Alsof we niet voor vijf, maar voor honderd euro hebben gegeten…

Dit keer hebben we vier uur over de grens gedaan. We hadden de snelste grensovergang gekozen, maar behalve de douane die controleert, werd ook de douane zelf gecontroleerd. Dus alles moest dubbel. Paspoorten werden dus twee keer naar een non-discript gebouwtje meegenomen en we werden dubbel chagrijnig aangekeken. Tel daar ook de Russische douane bij op en we hadden een mooie ochtend. Hoewel, zowel bij de Russische douane, als bij de Oekraïense douane een vrolijke noot zat. De Rus kon lachen om de kleur van onze Lada, a.k.a. Spoetink (“groen”), de Oekraïner zei ons in het Nederlands goedendag bij het overhandigen van de paspoorten. Dat maakte de vier uur wachten in de zon weer de moeite waard.

Controle! – Ryl’sk, Rusland

Zoals al eerder gezegd is de af te leggen afstand onevenredig aan het aantal indrukken. Vandaag was geen uitzondering. We vertrokken vanaf ons hotel dat naast de Lubyanka* zit (over controle gesproken…) de beruchte Moskouse spits in, die reuze meeviel. Op het moment dat Gerard de vorige blog schreef over de dashcam was er nog niet zo veel spannends gebeurd, maar we moesten tanken en daar kwam het. In Rusland moet je eerst betalen en daarna kun je pas tanken. Bij het betalen moesten eigenlijk alle alarmbellen al op rood springen. De dame was aan het bellen en het lukte haar niet helemaal. En toen kwamen wij tien hele liters benzine tanken. Met een pinpas. Moeilijkheden alom. Na een kwartier, een handtekening en een stempel op de bon verder konden we gaan tanken, dachten we. Maar de pomp deed het niet. Of eigenlijk, allebei de 95-ongeloodpompen deden het niet. Dus weer terug naar de dame, die ons geïrriteerd aankeek: begrijp je dit echt niet? Zuchtend riep ze door de microfoon of Misha kon komen, maar Misha kwam niet dus ze moest wel met ons meelopen. Bij de pomp kregen we een hele preek dat we wel de goede pomp moesten gebruiken en snapten we het dan echt niet? Totdat Mrs. De Mol fijntjes uitlegde dat allebei de pompen het niet deden. Zwijgend pakte de dame de andere pomp en helaas voor haar, inderdaad geen domme toeristen, maar een pomp die het niet deed. Met een gezicht dat op onweer stond rende ze terug naar de intercom om nu schreeuwend Misha naar haar toe te sommeren. Misha was echter aan het grasmaaien, dus die hoorde de intercom nog steeds niet. Dikke paniek. Woedender dan eerst rende de dame naar Misha en met veel gebaren werd de arme Misha op ons afgestuurd. Misha, de allerliefste man, kreeg de pomp aan de praat en kreeg het ook nog eens voor elkaar om er nog drie liter extra in te krijgen. Volgens mij was Misha de chaos wel gewend, want onder tanken mompelde hij nog wat over de paniek. Misha, held, we denken aan je bij de komende tankstations!

Dachten we alles gehad te hebben, dan is daar nog het fenomeen politiecontrole. Tijdens ons verblijf in Rusland nooit gecontroleerd. Vandaag binnen honderd kilometer twee keer. De eerste keer moest de hele papierwinkel gecheckt worden (nu klopte die wel). De tweede keer kon de agent bijna de verbazing niet van z’n gezicht houden. Danig onder de indruk van het feit dat we alle papieren al (lees: nog) klaar hadden liggen, vroeg hij hoe ver we hadden gereden. Nee, het was goed zo. Alleen de paspoorten maar. In orde, goede reis. Wegrijdend, zagen we in onze achteruitkijkspiegel de agent ons nakijken.

Inmiddels zijn we in Ryl’sk, een dorp met 15.000 zielen vlakbij de Oekraïense grens. We zitten met ons raam boven een veld lavendel, dus van muggen zullen we geen last hebben (zie foto). Ons onderkomen is goed en ook hier is het vrouwtje dat alles bestiert geweldig. Dit is waarom we van Rusland houden!

* De Lubyanka is het oude kantoor van de geheime dienst. Hier werden mensen verhoord en terecht gesteld.


To Russia with love – Moskou, Rusland

We zijn in Moskou! En wat een heerlijke stad is dat. Het is heel anders dan Sint-Petersburg, minder westers. Na een rondleiding door het centrum zijn we met de beroemde metro naar de Arbat gegaan. De Arbat is dé Russische winkelstraat en eerlijk is eerlijk, het is erg gezellig daar. Vervolgens weer met de metro, die overigens nagenoeg niets kost (55 roebel/0,81 euro per rit en aan zones doen de Russen niet), naar de boekwinkel Moskva aan de Tverskayastraat. Boekwinkels zijn hoe dan ook een geliefde plek voor ons, maar deze heeft een stukje van ons hart veroverd. We hebben namelijk een Asterix & Obelix in het Russisch te pakken gekregen. Nieuw in Rusland, een ouwe gouwe voor ons. 

De dame van ons hotel gaat ons waarschijnlijk missen. Elke keer als we langslopen krijgen we uitgebreid verslag hoe onze Lada, a.k.a. Spoetnik, erbij staat. Volgens de laatste rapporten gaat het goed met ons beestje. Morgen de grote uitdaging: hoe krijgen we hem van het erf waar we hem het veel gedoe op hebben gekregen.

Saillant detail: vandaag stond er weer iemand bij de beruchte poort en kon hij er niet in. Hetzelfde mannetje van gisteren kwam langslopen en kreeg dezelfde vraag die Mrs. De Mol stelde. Deze meneer werd ook gewogen, maar was te licht bevonden: njet, ik kan u niet helpen”. Of de wanhoop droop van ons af, of we hebben een gunfactor. We vrezen het eerste…

En er klommen kikkers uit en zij bedekten het land – Moskou, Rusland

Vandaag was dus de dag dat we van Sint-Petersburg naar Moskou reden. Een tocht van een luttele 717 kilometer waar we eigenlijk niet eens zo heel lang over deden. Maar in Rusland is de lengte van de reis onevenredig aan de indrukken die je opdoet. De weg zelf was goed (tol à 1,60 per 163 km), redelijk (zonder tol) tot Belgisch (zonder tol, zonder lijnen, met kuilen). Tel daar de regen bij op en je hebt een intensieve rit. We begonnen bijna aan het landklimaat van Rusland te twijfelen toen het “vlakbij” Moskou (250 km verwijderd) toch open begon te trekken. Hoewel er overal parkeerplaatsen zijn, zitten in de landelijke gebieden overal vrouwtjes en oude mannetjes direct langs de weg om fruit, paddenstoelen of vilten laarzen te verkopen. Het fruit en de paddenstoelen zijn netjes ingemaakt in glazen potjes en de laarzen hangen onder doorzichtig douchegordijn (mam, leest u mee?) om verregenen te voorkomen. Verder is het leeg. Behalve op die ene parkeerplek waar we gingen wisselen. Daar werden we vergezeld door iets wat alleen te vergelijken is met de tweede plaag van de Tien Plagen in Egypte: kikkers. En veel. In eerste instantie hadden we het niet door totdat de zwarte spikkeltjes bleken te springen. Dan word je je ineens bewust van hoeveel zwarte spikkeltjes al onder je schoen zitten en ook dat je niet in onschuld de parkeerplaats kunt verlaten. We hopen dat het geen met uitsterven bedreigde kikkertjes zijn…

In Moskou kregen we een déja vu. Het hotel was niet te vinden en dit keer was er ook geen parkeerplek om even rustig te kijken. We vonden uiteindelijk het erf van het hotel, maar waar was de ingang en kon de poort ook helemaal open, zodat de Lada, a.k.a. Spoetnik, ook van de straat kon? De vrouwelijke helft ging wel even kijken en vragen. Zonder telefoon. Biggest mistake ever. Iets met opgesloten in een trappenhuis zitten. Volgens een christelijk gezegde gaat een andere deur open, wanneer er eentje voor je dicht is gegaan. In dit geval klopte de metafoor en werd onze Russofiel meegenomen door een mannetje naar een achterafkamer waar hij met veel gebaar de goedgunstigheid smeekte van de vrouw die het erf en de poort bestierde (zie filmpje hier beneden). Blijkbaar had Tessa genade gevonden, want de poort ging open, terwijl het hotel dus toch niet daar zat. Na wat bellen vonden we de vrouw van ons hotel – weer een kommunalka. De vrouw van het hotel heeft in een lange ratelzin de regels van het hotel, de werking van de afstandsbediening en de prijs verteld. Toch zat onze Lada ons dwars omdat we niet wisten of hij nu goed stond. Ergens in een spatie van haar verhaal wisten we de vraag te stellen. Het werd haar niet meteen duidelijk wat we bedoelden. Hoe waren we daar gekomen, hadden we aan de poort staan trekken. Nadat we uitgelegd hadden dat mevrouw De Mol was wezen rondvragen, zijn we waarschijnlijk op de ladder des aanziens gestegen, want met enig ontzag en vermaak kreeg Tessa de naam molodets – goed gedaan, kind. 

Zondag, rustdag – Sint-Petersburg, Rusland

Vandaag is het zondag en dat merken we vooral aan onszelf. We hebben intensief gereisd en de moeheid kwam er vandaag uit. Gelukkig is Sint-Petersburg relatief klein en zit alles dichtbij. Met een goede wandeling door de stad hebben we dus toch nog veel kunnen zien. Rusland is mooi, omdat het onverwachts is. Een man die zich met een zeer goed werkende geluidsbox op een steekkarretje lopend door de menigte een weg baant over de Nevskiy Prospekt. ‘s Nachts alle bruggen open voor de scheepvaart, zodat bewoners sommige eilanden niet meer af kunnen. Het Hermitage (en dat is serieus groot) een ander kleurtje verf geven eens in de vijftig jaar. Natuurlijk! In Rusland kijkt niemand ervan op (ook niemand behalve wij keek naar de meneer met de geluidsbox – het moge duidelijk zijn dat wij toeristen zijn).

Sint-Petersburg is westers. Nu is dat op zich niets nieuws, maar werkelijk. Overal zien we westerse winkels en het helpt niet dat Peter de Grote zich liet inspireren door Europese architectuur. Toch zien we dus af en toe Rusland terug in bijvoorbeeld de wierookwalmen die rondom de Kazanskaya kerk hangen, de oude vrouwtjes met hoofddoek en het bier dat bij de Kentucky Fried Chicken inderdaad als frisdrank wordt aangeboden (in een beker van 400 ml, maar zonder rietje).

Hele stadswijken zien er barok en renaissance uit, maar waar bij ons zulke grote gebouwen onderhouden en gekoesterd worden, mag er in Sint-Petersburg op z’n minst een hogedrukspuit overheen. In de foto’s van het fotoalbum (helemaal onderaan op de mobiele site, rechts op de computerwebsite) staan ook een aantal ‘doorsnee’ foto’s van straten waar we doorheen liepen. Straten lang met grote, oude gebouwen in een stad met een korte, maar roerige geschiedenis. Dan is het wel een bizarre ervaring dat onze kommunalka – een vrij nederig onderkomen – in het centrum in een van die barokke gebouwen zit, weliswaar niet in een gebouw met een heldere Hermitagekleur, maar dat moet blijken wanneer de reinigingsdienst zijn werk gaat doen.