We zijn nu echt op weg naar huis. Op het moment van schrijven rijden we in het noorden van Beieren en hebben we nog iets meer dan zes uur voor de boeg. Via deze blog hebben we geprobeerd jullie mee te nemen op onze reis en we hopen dat dat gelukt is. Hoewel hier al veel verhalen en herinneringen staan, hebben we nog veel meer dingen gezien en meegemaakt die de blog niet gehaald hebben. Wilt u ook al die verhalen horen en nog meer foto’s zien, dan bent u van harte welkom om eens langs te komen. Wij gaan nu het laatste stukje van onze reis afleggen en hopen jullie snel in het echt weer te zien! Do vstrechi!
Weerzien – Pancevo, Servië
Maandag zullen we teruggaan naar Nederland voor de begrafenis van oma Van der Velde. Nu zitten we nog in Servië en ook al is oma overleden, de Serviërs doen hun best om het voor ons zo goed mogelijk te maken. De dagen zitten hierdoor erg vol. Op donderdag werden we meegenomen naar Novi Sad. Na een rondleiding in het fort, werd besloten dat het weer beter geschikt was voor een duik in de rivier de Tisa (of Tisza). Het water was heerlijk en het was een goede afkoeling. Zelfs de Serviërs vinden het weer erg warm en naar verluidt is dit ook een warmere zomer dan normaal. Toch wilden twee andere Serviërs in onze airconditioningloze Spoetnik mee om ons een grot, twee kloosters en een waterval te laten zien. De grot was prachtig, vergelijkbaar met de grotten van Han. De kloosters, uit de veertiende eeuw, lieten de Servische geschiedenis zien. De fresco’s die de tijd overleefd hadden, hadden ook de Ottomanen overleefd. De waterval was gelukkig nog niet verdampt door de zon en op het meest idyllische plekje was een tafeltje vrij en konden we wat eten. Daar zaten we dan onder de waterval een berg eten weg te werken, want Serviërs zijn erg bang dat je met trek weggaat. Leuke bijkomstigheid: een zanger van het Eurosongfestival zat in hetzelfde restaurant te eten (google Euro Neuro voor beeldmateriaal). En Servië zou Servië niet zijn als er ook nog wat random dingen gebeuren. Zoals een trekker met een aanhanger die net niet onder de elektriciteitskabels door kon en waarbij een jongen met een houten stok de kabels vanaf de grond omhoog hield zodat de trekker er wel onderdoor kon. Of een tankstation met harde popmuziek en meisjes in interessante kleding met het merk van het benzinestation erop die dan je ramen komen zemen. Of, omdat het vroeg donker wordt, dat je ‘s avonds een vuurwerkshow ziet omdat er iemand trouwt. Of wanneer je dan de Serviërs afzet en je dan toch moet meekomen omdat de eerste rakija gemaakt is en je als eerste de rakija moet proberen. En dat je dan om twee uur ‘s nachts met een andere Serviër Game of Thrones en Inferno bespreekt. Terwijl de achterbak inmiddels volligt met versgeoogste tomaten, verse rakija en ons hoofd met mooie herinneringen en vol goede wensen voor onze terugreis naar Nederland.
… Ja,overal is God – Pancevo, Servië
Waren we gisteren in west-Servië, vandaag hebben we het oosten bezocht. De rivier de Donau vormt een deel van de grens met Roemenië. Dit gedeelte van de rivier loopt door Europa’s grootste kloof. Terwijl we sms’jes kregen van onze providers met “Welkom in Roemenië”, stonden we het Servische (en ook Roemeense) natuurschoon te bewonderen. We hadden weer prachtig weer, weer erg warm, zelfs voor Serviërs. En terwijl we voor het eerst het uitgehakte gezicht van de dappere strijder en laatste koning van de Thraciërs zagen in de rotswand van de Donau, werden we bepaald bij het begin van deze dag. Toen kregenwe te horen dat we het gezicht van onze dappere strijdster en oma niet meer zouden zien. Hoewel het nieuws van het overlijden van oma Van der Velde niet onverwachts kwam en we goed afscheid van haar hebben kunnen nemen, is het toch een zwarte rand die deze dag zou omgeven. Oma, de hemel ziet er vast nog veel mooier uit dan wat wij vandaag hebben gezien. Het ga u goed.
Bergen en dalen – Pancevo, Servië
Vandaag zijn we naar het westelijk deel van Servië geweest. Het is daar erg bergachtig en ons werd aangeraden daarnaartoe te gaan. Het oorspronkelijke doel lag wat verder, maar ook in Servië is het 43 graden en wij waren al gestrand bij de eerste mooie meander van het nationale park. We hebben de dappere Spoetnik ook wat vrij af gegund en hebben heerlijk genoten van het weer, de natuur en de rust. Bekijkt u vooral de foto’s in het fotoalbum (op de computer rechts van dit verhaal, op de mobiel onder de allereerste post onderaan, ww: lezer), west-Servië is een mooi gebied. Filmpjes volgen later (#internetverbinding).
Exodus – Pancevo, Servië
We zijn in Servië en alles doet het nog en wij leven ook nog. Servië is dus niet het apenland dat de meeste mensen in hun hoofd hebben zitten. De mensen zijn vriendelijk en het is leuk om terug te zijn. We hebben inmiddels ook het thermometervraagstuk opgelost: de BBC had het fout. Het was uiteindelijk een luttele 43 graden in Boedapest en we zijn blij dat we dat pas achteraf wisten. Ook vandaag begon de dag warm en we vreesden voor de grensovergang. Want alle grensovergangen hebben met elkaar gemeen dat er geen bomen staan of schaduw is. Bovendien hadden we gelezen dat er strenge controles waren tussen Hongarije en Servië. Dus u begrijpt, wij hadden Russische tafarelen in het kwadraat in ons hoofd zitten en we bereidden ons voor op een lange en warme dag. Tussen alle Turken uit heel Europa stonden we te wachten. We naderden de Hongaarse grens en lieten onze paspoorten zien. Vol angst en beven begaven we ons verder in de rij met de verwachting alles tot op onze koffer te moeten uitpakken voor controle (wij hadden nog steeds de Russische grens in ons hoofd). En toen waren we ineens in Servië! De hele grens had maar een uur geduurd! En wij vonden de tweeënhalf uur van Oekraïne-Polen al indrukwekkend weinig. Tot zover de scherpe en strakke controles aan de grens van de Europese Unie…
Landklimaat – Boedapest, Hongarije
We denken dat de thermometer van de BBC stuk is. Ze zeiden namelijk dat het tussen de 27 en 31 graden zou worden. Helemaal prima, in Kiev was het 35 graden en dat hadden we ook overleefd. Probleem was alleen dat we een thermometer ‘s ochtends in Boedapest zelf zagen en die wees 36 graden aan. Dit naderde onze gevoelstemperatuur toch iets beter. Helaas. Freaking 36 graden. In de ochtend. Niets geen 27 graden van de BBC. En het bleef ook niet bij 36. Conclusie: Boedapest = warm.
Van onze lieve spraakwaterval hadden we ergens in haar verhaal gehoord dat Boedapest mooi maar niet “walkable” was. Ze raadde ons aan een buskaart te kopen. Wij dachten dat het dan een goed idee was om de bus en de sightseeing te verenigen. Et voilà, voor het eerst hingen we de echte toerist uit. Alhoewel, bij het kopen van het kaartje wilden we pinnen. We kregen de vraag waarom. We legden uit dat we gisterenavond met de auto aangekomen waren en dat we nog geen tijd hadden gehad om te wisselen en dat we morgen alweer weg gingen. Op de vraag waar we verder naartoe gingen, antwoordden we Belgrado (Servië). Minimaal vier wenkbrauwen schoten omhoog en voorzichtig kregen we de vraag of het daar wel veilig was…
P.S.: voor iedereen die deze cliffhanger niet aankan: we verblijven in het noordelijke deel van Servië wat geen conflictgebied is en wat rustig en stabiel is. Verder verblijven we in de buurt van (christelijke) vrienden. Zij kennen Servië en weten wat wel en niet kan. We zijn niet van plan om naar gebieden als Kosovo te gaan (kan niet eens vanuit Servië als buitenlander zonder visum). Servië is even veilig als Oekraïne en Rusland, de andere twee niet-EU-landen waar we zijn geweest. Ons overkomt waarschijnlijk sneller een verkeersongluk dan dat we slachtoffer worden van etnische spanningen.
Wacht ff – Boedapest, Hongarije
We zijn weer in de EU. En hoe dan. De laatste keer belachelijk goedkoop tanken is er een om te herinneren. Het was een klein station waar twee dametjes stonden. Het werd geen Ruslandervaring, maar de choas evenaarde het toch bijna. Er stonden een stuk of vijf man voor ons die allemaal wat wilden van de twee dametjes. Hetzij hotdog, hetzij sigaretten, hetzij benzine. En toen kwamen wij ook nog. Nadat een van de twee vrouwtjes had gezegd dat de pomp open was en de pompbediende onze auto zou aftanken, duurde het toch wel erg lang voor we de beste man naar onze auto zagen lopen. Of liever gezegd, het gebeurde helemaal niet. Dus de vrouwelijke helft van ons ging even bij de auto kijken. En ja, Rusland alom: de pomp werkte niet. Dus weer terug de chaos in. Een o sorry verder en de pomp werd geactiveerd. Maar geen pompbediende. Dus de vrouwelijke helft liep maar weer terug naar de auto. Omdat de man echt in geen velden of wegen te bekennen was, nam ze zelf de pomp maar ter hand, want dat is de snelste manier om zo’n mannetje toch bij je auto te krijgen. Het duurde nog geen drie seconden en warempel, daar was de pompbediende. Enigszins verbijsterd nam hij de pomp over en toen konden we na een halfuur (!) verder op weg naar de grens. De vrachtwagenchauffeur die achter ons stond te wachten keek geamuseerd toe.
De reden waarom je moet wachten kan in deze regio heel divers zijn. We hadden zojuist het benzinestation, maar bij de grens was het de stempel die stuk was. We vermoeden dat de dichtstbijzijnde stempel bij die grensovergang zich ergens nog in Lvov bevond en we wisten niet dat een stempel vervangen zo lang kon duren. Hoe dan ook, we hebben de vervangen stempel uiteindelijk wel op ons document gekregen, wat toch noodzakelijk is omdat dat documentje bij dezelfde meneer weer ingeleverd moest worden. O grensovergangen, wat een heerlijke logica. Anderhalf uur later hebben we een Poolse douanier een goed verhaal voor aan de eettafel bezorgd: ja, onze Spoetnik komt echt uit Nederland.
Onze reis verliep verder voorspoedig, maar we vragen ons nog wel steeds af waarom die politieauto in Slowakije achter ons aanreed. De auto stond in verdekte opstelling en wij kwamen ons netjes aan de snelheid houdend voorbij getuft. De auto verliet zijn plaats en heeft vervolgens tien minuten achter ons aangereden… Lachen en zwaaien, lachen en zwaaien. Slowakije is verder trouwens ontzettend mooi. Komen we waarschijnlijk ook nog wel een keer terug, het liefst zonder politie -escorte.
In Boedapest merkten we pas echt dat we iets te lang in Oost-Europa hebben rondgehangen. Er stond namelijk een serieuze wegafzetting rondom een een schattig putje in een straat. Voor ons hilarisch na de echoputten van de Baltische, Oekraïense en Russische wegen.
In ons hotel kwamen we achter een derde reden van wachten. Een allerhartelijkst vrouwtje ontving ons en heeft laten zien dat zij recordhouder is van het grootste aantal woorden per minuut. En ze heeft een goede conditie, dus ze liet ook zien dat ze dat lang kan volhouden. Engels is daarin geen belemmering (hopen we voor haar Hongaars sprekende man, die overigens geen stom woord zei/kon zeggen). Hoewel alles wat we moesten weten duidelijk was, kregen we ook een introductie tot het openbaar vervoer van Boeda en Pest en Boedapest. En ze wilde nog over wat anders beginnen toen de telefoon ging. Op deze spatie hadden we gewacht en dat was ook het moment dat de spraakwaterval zich van ons naar de andere kant van de lijn verplaatste. Een te lieve vrouw, maar we waren net iets harder toe aan een douche en een bed.
Krakau op z’n Oekraïens – Lvov, Oekraïne
Oké, we zijn dus definitief cultureel gezien niet meer in Oost-Europa, maar in Midden-Europa. We zien nog wel de hurkzitters op straat, maar de architectuur is westers(er). Krakau was ook zo’n mengelmoes van oost en west en ook hier in Lvov zien we dat. Lvov heeft sowieso Krakause trekjes, met een groot verschil: het gebrek aan West-Europese toeristen. Vanmorgen hadden we een rondleiding. We hebben de gemiddelde lengtegraad van herkomst kilometers naar het westen geschoven. Wij kwamen uit Nederland, de rest kwam uit Letland (Riga :)) en Turkije. De gids was geweldig en was blijkbaar ook dol op ons, want we werden uitgenodigd voor een lunch. Zo kom je nog eens ergens… Lvov is mooi (zie fotoalbum voor meer foto’s) en hier wordt door de meeste mensen in het Engels gecommuniceerd naar toeristen (ja, we zijn echt weg uit Oost-Europa).
De lift in ons hotel staat symbool voor de ontmoeting van de twee cultuurstromen die hier plaatsvindt. Op de onderste foto kunt u zien dat het knopje van de begane grond is afgeplakt. De lift zelf is dus westers (het extra knopje voor de begane grond) maar is oosters geprogrammeerd, want in Oost-Europa begint de eerste verdieping al op de begane grond en kent men geen begane grond.
Afscheid – Lvov, Oekraïne
We zijn vertrokken uit Zhytomyr en het voelt alsof we terugrijden naar Europa. Dat we nu in de stad Lvov zijn helpt niet. Mensen spreken hier Engels, we zijn niet meer de enige buitenlanders en de architectuur ademt Krakau meets Duits uit.
Voor we weggingen zijn we nog even langs gereden waar we vorig jaar hebben geholpen. Het was goed om ook die mensen nog een keer te zien. Daarna hebben we afscheid genomen van onze trouwe gids, local en vriendin Zhenya.
Dit is ook de plek waar we een stukje moeten wijden aan de weggebruikers. De snelweg is vaak de enige relatief goede weg in de omgeving. Het gevolg is dat iedereen de snelweg gebruikt. Op de weg naar Kiev zijn we meermaals (lees: 5 van de 5 keer) fietsers of wielrenners tegen gekomen. Een keer zelfs een vader en twee kinderen die alvast aan het trainen waren voor de volgende Tour de France. De laatste keer over de weg terug uit Kiev moesten we uitwijken voor een fietser die een blinde heuvel over kwam zetten. De ondergaande zon zorgde er mede voor dat we de beste man zo goed als niet zagen en we hem dus bijna voor z’n sokken reden. De weg naar Lvov werd bevolkt door de lokale veestapel en paard en wagens. Mind you, je mag 110 op dit soort tweebaanswegen… Wat verder populaire bezigheden op de snelweg zijn, is bellen en de auto midden op de weg repareren. En het liefst allebei te gelijk. Maar zolang je je alarmlichten aan hebt staan, mogen alle illegale, levensgevaarlijke of spannende dingen: spookrijden, straatje keren op een doorgaande weg, u-bocht maken op de snelweg, stilstaan in het algemeen, op een zebrapad stilstaan (mag blijkbaar ook zonder alarmlichten), over de vluchtstrook rechts inhalen, door rood rijden, u noemt het, wij hebben het gezien. Met alarmlichten.
Tradities – Kiev, Oekraïne
Gisterochtend werden we wakker en tot onze stomme verbazing bleken we 3G te ontvangen. Nu had heel Oekraïne al 3G, maar Zhytomyr had dit niet. Kaboutertjes hadden ons verteld dat dit te maken met de legerbasis die via 3G communiceerde en niet wilde dat de rest van de stad op hetzelfde niveau zou meeliften. Inmiddels zou het leger wat anders hebben en mocht ook Zhytomyr toetreden tot het 3G-netwerk. Niet veel later kregen we er officieel bericht van via onze telefoonprovider (“Nu ook 3G in uw woonplaats!”).
Na deze mooie ontdekking besloten we om niet te gaan genieten van het nieuwe 3G, maar om naar de Oekraïense variant van het Arnhems openluchtmuseum te gaan. Net als in het Arnhems openluchtmuseum stonden hier allerlei traditionele onderkomens en soms kon je er ook daadwerkelijk in. Het terrein was groot (150 hectare) en zelfs landschappen waren nagebootst. En aanrader voor wie snel traditioneel Oekraïne wil leren kennen.
Bij aankomst hadden we een klein akkefietje met de parkeerjongen. Het kwam erop neer dat we het gevoel hadden dat hij te veel vroeg. De laatste woorden van hem voor we het museum ingingen waren: “Dit [bedrag] is dan voor twee uur. Als u dan daarna gewoon terugkomt, kunt u de rest betalen.” Dit was iets waar we geen zin in hadden omdat we relatief veel hadden betaald en de Oekraïners naast ons totaal niet werden lastiggevallen door hem. Uiteindelijk hadden we vier uur in het museum rondgehangen en wilden we weg. Hopend dat de parkeerjongen ons niet weer zou lastig vallen, probeerden we de auto in te stappen. Werkelijk een hartverzakking kregen we toen we “Neemt u mij niet kwalijk” hoorden. Gelukkig niet de parkeerjongen, maar een oude man. Die ons daarna alsnog liet schrikken met de woorden: “Ik werk bij het museum, is dit jullie auto?”. Ja, helaas. Of we dan Duits verstonden, want we kwamen uit Nederland. Ja… De beste man wilde een lift omdat de bussen niet reden. Pfoe, natuurlijk, stap in! Wij blij dat we met een medewerker van het museum de parkeerplaats af konden. De man bleek al 35 jaar bij het museum te werken en vond het enig om in onze Nederlandse Lada mee te mogen rijden. Een krappe tien kilometer later mochten we hem afzetten bij een bushalte waarvandaan wel bussen vertrokken.
Terug in Zhytomyr werden we bepaald bij wat we vorig jaar hadden gedaan. De kliniek waar we vorig jaar hebben geholpen, organiseert een keer in de week een soepbus. Bij de kerk staat dan een autobusje waaruit eten en drinken wordt uitgedeeld aan de daklozen en minderbedeelden van de stad. In de straat waar we wachtten op onze vriendin zagen we drie mensen die we vorig jaar bij de soepbus eten hebben gegeven. We zagen hoe de twee jongere mensen de rolstoel de stoep op probeerden te krijgen en vervolgens hoe ze bij een koffietentje hun fles water mochten hervullen. Een van de twee jongere mensen hielp de vrouw in de rolstoel drinken. De manier hoe deze drie mensen naar elkaar omkeken en elkaar hielpen was mooi om te zien. We zijn blij dat we weten dat deze mensen van de soepbus weten, want Oekraïne in het algemeen is arm en heeft het moeilijk, maar de armoede in Oekraïne is nog veel schrijnender en arm zijn en overleven is nog moeilijker.