Op onze reis naar Warschau, iets minder dan twee uur van de eindbestemming van deze dag vandaan, ligt het vernietigingskamp Chelmno. Het is net zo bekend als dat het klinkt. Op deze plek werden voor het eerst joden en zigeuners systematisch vermoord en werd geëxperimenteerd met de ‘makkelijkste’ manieren om dit te bereiken. Vorig jaar zijn we ook in Auschwitz geweest en Chelmno is in alle opzichten het tegenovergestelde van Auschwitz. Hier geen aangeharkte paden en jonge, pas geplante boompjes, geen gids die het verhaal als een routineklus ophangt, geen etende en hordes fotograferende toeristen en ook geen rookmelder in de gaskamer. Chelmno is verlaten, leeg en onbekend. De paden zijn kapot, de bomen groeien waar ze willen en het museum is dicht. En o ja, we waren de enige mensen op het terrein. De afbakening van de massagraven sprak voor zich, evenals het opgeblazen crematorium. Waar de Holocaust in Auschwitz hapklare informatie was, kon het leed van de Shoah in Chelmno tot leven komen. Om met het vervallen informatiebord te spreken: “This crime must never be forgotten.”