Dag 16 – Schuitje varen (Stockholm, S)
Vannacht zijn we de Botnische Golf overgestoken. We werden wakker in de scherenzee. Honderden, zo niet duizenden eilandjes liggen hier in het water. Je vraagt je af hoe veel pogingen het gekost heeft om een vaarroute uit te stippelen. Zigzaggend varen we naar Zweden.
Ook op deze boot is er een schier oneindige voorraad aan alcohol, maar de behoefte aan alcohol lijkt nu niet zo groot – zowel in relatieve als absolute zin, want het schip is mager bezet met passagiers.
We hadden het lumineuze idee om de auto met bagage alvast bij het hotel achter te laten, zodat we met OV naar het centrum kunnen. Dat ging bijna vlekkeloos, totdat we op het centraal station van Stockholm aankomen. Toen werd het spoorzoeken voor gevorderden. Hoewel de ene helft bij de scouting heeft gezeten en de andere helft als hobby atlassen lezen had, was dit toch wel als navigeren naar de bronnen van de Nijl.
Uiteindelijk kwamen we dan toch terecht in een tram die ons naar het volgende schip bracht: de Vasa. Als rechtgeaarde Nederlander was het natuurlijk meteen duidelijk waarom dat schip geen lang leven beschoren was: te weinig gegeten. Veel te dun en veel te hoog. Alsof het een bonenstaak was. En dan te bedenken dat er Hollanders hebben meegewerkt aan het ontwerp en de bouw van dat schip. Wij hangen de complottheorie aan dat die zijn omgekocht door de Polen.
Een collega is groot fan van Stockholm, dus we hadden wat tips gekregen. Na de Vasa, hebben we het museum van moderne kunst nog bezocht en toen begon de volgende speurtocht.
Van het museum van moderne kunst wilden we naar het Fotografiska. Nu is Stockholm een soort van Venetië (van dit Venetië ben ik iets meer onder de indruk), dus je bent gebonden aan een soort raadsel van de bruggen van Koningsbergen meets wegwerkzaamheden. Gelukkig is het Fotografiska de beroerdste niet, dus werden we aangemoedigd: “Als je een intervaltraining van 800 meter doet (Yeah, right met dit plakweer), ben je bij Fotografiska”; “Je bent nu even ver verwijderd van ons als de langste sandwich ter wereld (en die is dan net iets langer dan je op dat moment hoopt)”.
Uiteindelijk was daar dan toch het laatste museum voor vandaag en hadden we zoveel gelopen dat de voeten nu, een aantal uur later, nog steeds niet aan te raken zijn. Stockholm is een mooie stad en we hebben nog maar een fractie gezien. Dit roept erom nog een keertje terug te gaan.