Dag 2 – Aapjes kijken (Wenen, A)

We hebben Oostenrijk deze zomer tot nu toe nog niet droog meegemaakt. En aangezien door hetzelfde lagedrukgebied campings wegspoelen in een land verderop, besloten we de zondag door te brengen in een van de vele musea die Wenen rijk is.

Het werd een mix van Leopold en het kunsthistorisch museum. Het kunsthistorisch museum lijkt op het Hermitage maar dan klein. Het gebouw ziet er ook uit alsof het een paleis is geweest. De inrichting is even overdadig en de namen van de kunstenaars zijn van ongeveer dezelfde orde. Alleen dus een slagje kleiner. En niet gratis.

Musea zijn altijd leuk om te bezoeken. Niet alleen vanwege het artistiek-culturele element, maar juist ook vanwege het sociaal-culturele element wat daar in overvloed aanwezig is in de internationale mélange van de bezoekers. In musea komen werelden samen. Soms botsend, soms met curiositeit benaderend.

Er zijn bijvoorbeeld studenten die weten dat ze onder bepaalde voorwaarden gratis naar binnen mogen en er zijn studenten die daar pas achter komen nadat ze hun toegangskaartje hebben gekocht. Het is toch fascinerend om te zien dat binnen diezelfde demografische groep er een groep bestaat die blijkbaar een neus heeft voor alles wat gratiesj is en dat er een groep is die zich voegt naar de mores en daar niet voor ‘beloond’ wordt.

Even interessant zijn kinderen. Kinderen gedragen zich min of meer hetzelfde ongeacht het land waar ze in opgroeien. En kinderen in een kunsthistorisch museum in Wenen zijn geen uitzondering. Verveeld hangend op een bank, wachtend tot pappa ook eindelijk uitgekeken is in die ene zaal. Het komt me maar al te herkenbaar voor. Ouders met een liefde voor kunst en cultuur die dat proberen over te brengen op de kinderen.

In een zaal met Hollandse meesters was een Oekraïense moeder bezig met die o zo belangrijke opvoedtaak. Twee dochters zaten op de grond voor een bloemstilleven en keken ongeïnteresseerd naar de andere meesterwerken in die zaal (ik bedoel: er hing Avercamp). Moeder zelf had een buggy met een peuter die eigenlijk overal wilde zijn behalve in een museum. Maar als moeders de buggy-troon wegdraaide van de schilderijen was het ook niet goed.

Uiteindelijk pakte ze de peuter uit de wagen en liet hem een ander bloemstilleven van dichtbij zien. “Kijk”, zei ze, “een vlieg.” Kleuter was niet onder de indruk. En ook de slak kon niet veel goeds doen. Tsja, geef het een paar jaar zou ik zeggen. Bij de ene helft van ons is het kunstlicht ook nog maar een paar jaar aan.

Het hele museum werd ik achtervolgd door een rondleiding. De groep was oorspronkelijk zo’n dertig mensen groot. Ze begonnen net als ik bij de Hollandse meesters en net als ik werden ze met de zaal nieuwsgieriger omdat het museum elke zaal beloofde dat de collectie Brueghel een zaal verderop hing.

Bij de Italianen haalde de groep me weer in. Ditmaal was de groep behoorlijk uitgedund. Doorlopend naar de andere zalen kwam ik daar nog plukjes rondleidinggroep tegen in verschillende staten van paniek tot haast. Een deelnemer maakte haastig foto’s van ieder schilderij om vervolgens richting de groep te rennen. Een paar onderuitgezakte pubers op een bank keken geamuseerd toe. Hun pappa was ondertussen selfies aan het maken met Veronese. Moeder was uitgecheckt haar Instagram aan het afscrollen, de laatste puber keek vol afgrijzen naar haar vader.

Het kunsthistorisch museum, ook de collectie bezoekers is de moeite waard om te bezoeken.

Bloemstilleven van Rachel Ruys 🥰
Tiepolo 😍
Een van de 2 Toren van Babels van Pieter Bruegel de Oude 🗣️🔇
Een compositie in het Leopold
Een abstract van Max Ernst in het Leopold. Op een of andere manier is dit kunstwerk op internet onvindbaar 🤯
Het leiden en de vreugde van de boer. David Ryckaert III.

Leave a Reply

Your email address will not be published.

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.