U dacht dat dit alles was, maar niets was minder waar. We zijn namelijk in de Albanese Alpen en die hebben een naam waar ze eigenlijk onder bekend staan in de Balkan: de Vervloekte Bergen.
En een van ons twee heeft een soort fetish met De Terugweg. Die moet namelijk als het even kan anders zijn dan de heenweg, anders past het niet in zijn hoofd ofzo. Dit heeft ons in Moldavië al eens uren gekost omdat we per se een omweg moesten maken. En ook hier stak deze toch enigszins onhandige eigenschap de kop op.
We zitten namelijk voorbij Berlijn. En dan zijn wegen een luxe. De weg die je hebt, moet je koesteren, liefkozen en eren. Het maakt niet uit hoeveel gaten erin zitten, als er al een alternatief is, doe je er goed aan dat te mijden. En een kleine reminder: we zitten dus in de Albanese Alpen a.k.a. de Vervloekte Bergen. Een duidelijker teken aan de wand kan er niet zijn.
We mochten al van geluk spreken dat het maar twee uur rijden plus een uur wandelen kostte om bij het meer te komen, maar op de terugweg moest er per se een andere weg genomen worden. “Ik wil het eigenlijk gewoon proberen. Als het niet gaat, gaan we gewoon terug.”
Gewoon. Dit is Albanië en we zitten in de bergen waarvan Wikipedia zegt dat ze nog niet volledig in kaart zijn gebracht. Maar de innerlijke Jacob van Heemskerck was gechanneld en daar gingen we, hoor: twee Nederlanders (waarvan één onder protest) in Szusza, gewoon even kijken hoe ver we kunnen komen.
De gemiddelde snelheid was een kilometer per kwartier en volgens de navigatie zouden we er 66 moeten afleggen. U voelt ‘m al, hè? Dit ging te lang duren. Toen we een Brit tegenkwamen die zei dat we onze auto zouden stuk rijden hinderde dat niet, hoor.
Totdat we een Albanees tegenkwamen die in zijn beste Duits zei dat het echt unmöglich was voor auto’s om verder te gaan. Een licht dwingende blik van de bijrijdster overtuigde uiteindelijk echt om de 10 kilometer die we al afgelegd hadden over iets wat het midden houdt tussen gravel en een keienrivierbedding weer af te leggen maar dan in omgekeerde richting (“Ja, maar ik heb last van een sunk cost fallacy“).
Tel uw zegeningen, tel ze één voor één. Tel ze allen en vergeet er geen. Een asfaltweg met onnoemelijk veel haarspeldbochten en drukkende Albanezen is een zegening. Ook als je de weg twee keer moet afleggen – zelfs met ondergaande zon. Dit zijn de Vervloekte Bergen, die naam hebben ze niet voor niets.