Dag 8 – Joie de vivre (Tirana, AL)

Ik heb dus inderdaad gedroomd over die enge brug. Verder gaat alles goed.

We zijn inmiddels in Tirana, de hoofdstad van Albanië. Het lijkt enorm op de buitensteden van Kiev meets Chisinau. En dat is niet per se vleiend bedoeld.

Onderweg hebben we een tussenstop gemaakt in Krujë, een stadje met een kasteel bovenop een berg, en in een van de vele bunkers die door Enver Hoxha zijn bedacht.

Krujë is zowaar toeristisch. Als in: een straat vol afgezaagde souvenirs. En eerlijk is eerlijk, op zich begrijp ik wel de potentie van deze plek. Als je tussen de huisjes en enorme, kitcherige hoteltorens door kijkt, kun je de zee zien liggen. Check even Google Maps waarom dat noemenswaardig is.

Ons middageten bevond zich ook in Krujë, dus geheel tegen onze natuur in gingen we in de toeristenstraat een eettentje binnen. De ober had een zware dag. Op een gegeven moment zat hij verslagen met zijn handen in het haar tegen de bar geleund. Meer dan eens kwam hij moeilijk kijkend langsgelopen. Onze buren hadden daar geen boodschap aan. Als echte diva’s deden ze moeilijk over het ijs in de jus d’orange, over een bord, over bestek. Zeker bij die vraag voor bestek zag je het licht en alle levensvreugde uit de arme man wegsijpelen. Hij probeerde nog uit te leggen dat het eten wat voor de dames stond een pizza was en dat je die niet met mes en vork hoort te eten, maar halverwege de zin gaf hij op. Ik denk dat als de dames fooi hadden willen geven, dat hij dat niet eens had willen hebben van hen.

In Tirana hadden we nog tijd over, dus togen we naar een bunker. Hier volgt een kleine geschiedenisles.

Na de Tweede Wereldoorlog kwam een partizaan genaamd Enver Hoxha aan de macht in Albanië. Deze man begon zijn eigen denominatie van het communisme. In plaats van de Sovjet Unie was China de grote vriend en als lichte inspiratiebron had hij Kim Il Sung, u weet wel, de gezellige roerganger van Noord-Korea.

Albanië werd geïsoleerd van de grote, boze buitenwereld en geheel in lijn met de paranoia van Noord-Korea, liet Enver Hoxha door heel het land bunkers bouwen ter bescherming van de bevolking tegen een invasie van buiten. Tijdens de bouw en het regime van meneer Hoxha kwamen duizenden mensen om het leven. En toen het communisme voorbij was, brak er ruzie uit en begonnen de Balkanoorlogen van de jaren negentig.

Wat rest uit deze roerige geschiedenis zijn zo’n 173.000 bunkers. En je moet toch wat met die dingen, dus in Tirana is een museum in zo’n exemplaar gemaakt. Een van de bunkers is een soort art gallery, de andere is een museum over de geschiedenis van Albanië vanaf 1931.

In de bunker met de geschiedenistentoonstelling werd weer duidelijk dat iedereen volgens het communisme gelijk is, maar dat sommigen toch gelijker zijn dan anderen. De kamer van Enver Hoxha was ontegenzeggelijk luxer dan de andere ruimtes.

Het museum was onderhoudend, maar een familie Italianen maakte handig gebruik van de geluidsaspecten die zo’n bunker ook heeft. Het deed erg denken aan de Chileen in Tsjernobyl die de vervelende eigenschap had om constant weg te lopen van de groep in een radioactief gebied en dan in elke holte die hij tegenkwam te gaan schreeuwen, waarschijnlijk om te kunnen luisteren naar zijn eigen echo.

Na deze overdosis decibellen was het mijn beurt om moeilijk te kijken en elk enthousiasme dat ik nog had uit me te laten sijpelen. Want die bunkers zijn groot, en de inhaalmogelijkheden schaars. Je moet er toch niet aan denken dat je een keer genoopt wordt om daar te verblijven. De vrijheid en democratie zijn je dan extra dierbaar.

Leave a Reply

Your email address will not be published.

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.