Dag 3 – Beslommeringen I (Lvov, UA)

Op een bankje naast de Poolse kerk zat een mannetje. Zo’n typisch oud, Sovjetmannetje. Hij zat daar met een dik boek op schoot in het niets te staren. Zijn gezicht lichtte op: daar kwam zijn compagnon, een even oud mannetje in een nette pantalon en een jasje. Met een koffer en een sporttas kwam hij aangesjokt en hij ging naast zijn oude kameraad zitten. Hij pakte het dikke boek van zijn vriend en begon erin te lezen. Na drie alinea’s had hij een vraag en startte een levendige discussie. Een klein kwartiertje later stond de een op en liep weg met de sporttas en de oude kameraad bleef achter. Voldaan bleef hij op het bankje met het dikke boek zitten, starend in het niets. Met een koffer.

Op het bankje ernaast zat ook een mannetje. Dit mannetje probeerde kunst te verkopen. Van die zelfgeschilderde schilderijtjes op kromgetrokken karton. Met grote zorg hield hij de duiven op afstand: “Gaat wandelen! Vliegt op!” Een ander mannetje kwam aangelopen. Duidelijk een vriend. Hij gaf de verkoper een broodje. Een tweede broodje probeerde de vriend in de tas van de verkoper te stoppen, maar dat vond de verkoper toch echt te gek. De vriend wilde naast de verkoper op de bank komen zitten, maar daar stonden de schilderijen al. “Waarom wil je per se daar zitten? Dat is toch niet handig?” “Ja ja ja, het gaat wel. Kijk, ik kan toch gewoon zitten?” En met die woorden ging de vriend voor een schilderijtje op het randje van het bankje zitten. Tot overmaat van ramp ging de vriend de duiven voeren. Een grote vlucht duiven stortte zich op de kruimels brood aan de voeten van de vriend, waar ook de schilderijtjes stonden. “Waarom voer je ze hier? Dat is toch niet handig, zoals je dat doet? Je kan ze beter daar voeren, ver weg. Verder van de schilderijtjes.” foeterde de verkoper en de vriend deed aldus. De vlucht met duiven verdween naar de kruimels vijf meter schuin achter het bankje. Ver van de schilderijtjes. Dat was beter. En met de duiven uit het zicht was het mogelijk om onbekommerd wat sterks te gaan drinken. Daar kwam de wodkafles. De verkoper nam een flinke teug, hoestte en ontspande zichtbaar. Een andere vriend voegde zich bij het gezelschap. De schilderijtjes werden aan de kant geschoven en er was plek voor drie. Bekertjes kwamen uit de tas van de verkoper en de wodka werd verdeeld. Het was tijd voor vrienden en gezelligheid. De duiven roken hun kans. Steeds dichterbij kwamen ze en een enkele dappere duif waagde het over een schilderijtje te lopen. Elke slok wodka betekende meer vrijheid voor de duiven. Na drie slokken wodka was de verkoper geen verkoper meer en waren de schilderijtes fijne plekjes geworden om op te zitten of van af te zetten als je weg wilde vliegen. Als je duif was. Op dat moment vergaten zowel de verkoper als de duiven heel even de dagelijkse problemen.

Leave a Reply

Your email address will not be published.

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.